Onder dezen naam vermelden wij:
James Ferguson, een verdienstelijk Engelsch werktuig- en stenekundige. Hij werd geboren in 1710 te Keith in het Schotsche graafschap Banff, hoedde in zijne jeugd de schapen, wijdde zich vervolgens aan de beoefening der wetenschap en begaf zich in 1743 naar Londen, waar hij sterrekundige tafels in het licht deed verschijnen en voorlezingen hield over natuurkunde. Koning George III bevond zich onder zijne toehoorders en verleende hem een jaargeld van 50 pond sterling. Ferguson overleed den 16den November 1776. Tot zijne belangrijkste werken behooren: „Astronomy explained upon sir Isaac Newton’s principles (1756 en later, ook in het Duitsch vertaald)”, — „Lectures on subjects of mechanics, hydrostatics, pneumatics and optics (1760 en later)”, — en „Select mechanical exercises (1773)”.
Adam Ferguson, een beroemd Engelsch geschiedschrijver en wijsgeer. Hij werd geboren in 1714 te Logierait in het Schotsche graafschap Perth, wijdde zich te St. Andrews en te Edinburgh aan de studie der natuurkunde, wijsbegeerte en godgeleerdheid, werd eerst veldprediker, daarna onderwijzer der zonen van lord Bute, vervolgens hoogleeraar te Edinburgh, bezocht toen als geleider van den jongen lord Chesterfield het vasteland, en begaf zich eindelijk in 1778 als secretaris met eene staatscommissie naar Amerika, Nadat hij in 1784 zijn hoogleeraarsambt had nedergelegd, bezocht hij Italië, vestigde zich daarna te St, Andrews, en overleed aldaar den 22sten Februarij 1816. Hij schreef: „Essay on the history of civil society (1767)”, —„Institutes of moral philosophy (1769)”, — „Observations on civil and political liberty (1776)” — „History of the progress and termination of the roman republic (1783 en later)”, — en „Principles of moral and political science (1792)”.
Robert Ferguson of Fergusson, een Schotsch dichter. Hij werd geboren den 5den September 1751 te Edinburgh, studeerde aldaar en te St. Andrews in de godgeleerdheid en daarna in de regten, moest zich geruimen tijd op eene kommerlijke wijze behelpen, gaf zich over aan dronkenschap, en overleed in een krankzinnigengesticht den 16den October 1744. In het Engelsch schreef hij slechts een paar goede gedichten, maar zijne Schotsche stukken tintelen van poëtischen gloed. Zijne verzamelde gedichten zijn bij herhaling uitgegeven.
