Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Eulenburg

betekenis & definitie

Eulenburg is de naam van een Pruissisch grafelijk geslacht, hetwelk afstamt van de landgraven van Thüringen.

In de 14de eeuw begaf zich de jongste zoon van den landgraaf Albrecht, namelijk Heinrich, vrijheer tot Eulenburg enz., naar Bohemen en stond er de Duitsche orde bij in haren oorlog tegen de Heidenen in Pruissen, waarna hij in het huwelijk trad met eene dochter van den hertog von Glogau en in 1380 overleed. Zijn kleinzoon Botho Wenzeslaus, vrijheer tot Eulenburg, was de eerste van dat geslacht, die goederen verwierf in Pruissen. Wegens zijne dappere verdediging van het kasteel te Marienburg tegen de Polen (1445) zag hij zich beleend met Gallingen en Lenneburg, die ook thans nog in het bezit zijn der familie. In 1786 werd Ernst Christoph, vrijheer tot Eulenburg, in den gravenstand opgenomen, en een kleinzoon van dezen is Botho Heinrich, graaf tot Eulenburg, geboren den 27sten October 1804, van 1845—1851 lid van het Huis van Afgevaardigden in Pruissen en vervolgens, voorzitter der regéring te Mariënwerder. — Zijn volle neef Friedrich Albrecht, graaf tot Eulenburg, geboren den 29sten Januarij 1815, bekleedde aanvankelijk hooge staatsambten in zijn vaderland, werd daarna consul-generaal te Antwerpen en zag zich in 1859, bij het zenden van een buitengewoon gezantschap naar China, Japan en Siam, aan het hoofd gesteld der expeditie naar de Oost-Aziatische wateren bestemd. De schepen vertrokken uit Pruissische havens, doch Eulenburg begaf zich met de overige leden van het gezantschap over Suèz en Ceylon naar Singapore, alwaar hij den 2den Augustus 1860 aankwam.

In September bereikte hij Jeddo en zocht er met de Japansche regéring een vriendschaps-, handelsen zeevaartverdrag te sluiten, hetwelk hem den 24sten Januarij 1861 gelukte, waarna hij met het Pruissisch eskader naar China zeilde, om aldaar eene dergelijke overeenkomst tot stand te brengen. Daarna keerde hij naar zijn vaderland terug, waar hij den 9den December 1862 de portefeuille van Binnenlandsche Zaken aanvaardde in het ministerie Bismarck, en haar tot nu toe behield. Hij is een ijverig voorstander der staatkunde van den Rijkskanselier, zoodat hij aanvankelijk met de liberale oppositie niet weinig te worstelen had, en geniet het volkomen vertrouwen van zijn Koning. Ook zijn loffelijk streven, om aan de provinciën een meer zelfstandig beheer te bezorgen, mogen wij niet onvermeld laten.

< >