Ermeland (Warmia), een bevallig en vruchtbaar gewest in het Oost-Pruissische district Königsberg, tusschen de Frisching, de Passarge en het Frische Haff gelegen, was oorspronkelijk een der 11 landschappen van het oude Pruissen en, na door de Duitsche ridders te zijn veroverd, een der 4 bisdommen, waarin de Paus in 1243 het land der Orde verdeelde. De bisschop van Ermeland handhaafde zijne zelfstandigheid en werd in de 14de eeuw in den Rijksvorstenstand opgenomen. In 1466 kwam door den vrede van Thorn dit gewest onder de heerschappij van Polen, en de bisschop was na dien tijd lid van den Poolschen Senaat met den titel van Prussiae regiae primas. De meest beroemde bisschoppen van Ermeland zijn Aeneas Sylvius Piccolomini, Dantiscus, Hosius en Cromer, en ook de tegenwoordige heeft in den laatsten tijd door zijn verzet tegen de Pruissische staatsverordeningen van zich doen spreken.
De zetel van den bisschop was eerst Braunsburg, later Heilsberg, en thans is Frauenburg de plaats, waar het domkapittel vergadert. In 1772 werd Ermeland in het Pruissisch gebied opgenomen. Onder Frederïk de Groote verloor de bisschop zijn vorstelijken rang en rijkdom. Ermeland telt op 76,70 Q geogr. mijl bijna 200000 inwoners.
