Dromedaris is de naam van, een zoogdier uit de orde der Herkaauwenden, de groep der Kameelachtigen en het geslacht Kameel. Dit laatste bevat 2 soorten, — ééne met 2 vetbulten op den rug, en ééne met één vetbult. Aan de laatste geeft men den naam van dromedaris. Deze is een groot, onbehagelijk en imager dier met hooge pooten en een langen hals.
Zijn ligchaam is bedekt met lang, wolachtig, bruin haar, en zijne bovenlip in 2 deelen gescheiden, terwijl het de neusgaten door kleppen kan sluiten en sterk vooruitstekende wenkbraauwen draagt. Het heeft aan elken voet slechts 2 teenen, die door eene huid verbonden en met hoefachtige, eenigzins kromme nagels gewapend zijn. De dromedaris wordt nergens meer in wilden staat aangetroffen; het klimaat van Europa is voor hem te koud, en aldaar heeft men alleen te Pisa eene stoeterij van die dieren. In Azië en Afrika daarentegen behoort hij te huis; daar is hij het onmisbare lastdier der woestijn, vrelke zonder hem ontoegankelijk zou wezen, want hij is zeer sterk en zeer matig en doorloopt in snellen draf eene geogr. mijl in den tijd van een uur. Hij weet bijkans van geene vermoeijenis en slaapt met open oogen en op de geknielde voorpooten.
Eerst op 6-jarigen leeftijd is hij volwassen, en hij wordt 30 of 40 jaar oud. In den regel is hij zachtzinnig van aard. Hij drinkt veel op eenmaal, maar kan het ook lang zonder drinken uithouden, daar hij het water in de beide eerste magen bewaart. Dat dit water, in nood, voor menschen drinkbaar zou wezen, is eene fabel, daar het weldra in een slijmig, kwalijkriekend vocht verandert. De dromedaris voedt zich met drooge kruiden, en bij gebrek aan voedsel teert; hij ten koste van den vetbult.
