Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Drama

betekenis & definitie

Drama (Het) treedt bij de volkeren steeds te voorschijn na de épische en lyrische poëzie; het vereenigt de plastische voorstelling en het diep gevoel van de beide laatstgenoemden en vertegenwoordigt alzoo den bloeitijd der dichtkunst. Even als het épos, verplaatst het ons op het gebied van bepaalde gebeurtenissen en handelingen, doch deze worden niet verhalenderwijze voorgesteld, maar ontwikkelen zich voor onze oogen.

Wij aanschouwen de personen, die er in betrokken zijn, en die personen openbaren, even als de lierdichter in zijne verzen, hunne beweegredenen en gewaarwordingen, zoodat wij hun doen en laten doorgronden. Het feit, dat het drama ons tot getuigen maakt der gebeurtenissen, verleent daaraan eene ongemeene levendigheid, en hierin overtreft het drama het heldendicht. Dit laatste vertoont ons eene handeling, die van uitwendige omstandigheden afhankelijk is, doch het eigenaardige van het drama is gelegen in de voorstelling der karakters, die eene handeling te weeg brengen. Ja, deze handeling is zoozeer de kern van het drama, dat het hieraan — het Grieksche woord drama beteekent handeling — zijn naam ontleend heeft. Uit deze opvatting volgen de wetten voor het drama; het moet steeds 2 tegenstellingen of strijdige beginselen bevatten, en de uitkomst stelt ons de zegepraal van één dier beginselen of de verzoening van beide voor.

Het drama vertegenwoordigt alzoo de zedelijke orde in de zamenleving. De held van het drama moet al het gewigt van zijn denken en handelen in de schaal leggen; hij volgt daarbij eene eenzijdige rigting en bezwijkt voor de magt en den invloed van het geheel, waartegen hij zich verzet. Wij betreuren zijne nederlaag, maar verblijden er ons tevens in, dat de zedelijke wereldorde de overwinning behaalt en ongeschonden blijft. Daarop doelde Aristóteles, toen hij het verwekken van schrik en medelijden, benevens loutering der hartstogten, het doel van het drama noemde. Immers wij vieren in de uitkomst van den dramatischen strijd de zegepraal van ons ingeschapen zedelijk gevoel, — wij gevoelen ons daardoor verzoend met de wereld en beseffen de hooge waarde der menschheid.

Het drama is een dichterlijk gewrocht, en de daarin vervatte handeling mag geenszins eene redenéring zijn met afgetrokkene denkbeelden, maar een werken, streven en strijden van personen. Wij moeten wanen, daarbij tegenwoordig te zijn. Daarom vorderden de Fransche wetgevers op dat gebied de vermaarde 3 eenheden voor het drama, namelijk eenheid van handeling, van tijd en van plaats. Intusschen zoekt men dien eisch bij Aristóteles te vergeefs, terwijl tevens de werken der grootste meesters daaraan geenszins voldoen. Eenheid van handeling of eenheid van denkbeeld is onmisbaar, doch daarnaast is die van tijd en plaats van ondergeschikt belang.

Tot de dramatische voortbrengselen behoort in de eerste plaats het treurspel. De hoofdpersoon hierin is een ernstig en degelijk karakter met edele bedoelingen en gewaarwordingen. Die bedoelingen zijn echter in strijd met die van anderen of met de onverbreekbare wetten en eischen der zamenleving, en wanneer hij er in volhardt, zondigt hij tegen de zedelijke wereldorde die het algemeene doel tegenover het bijzondere handhaaft, en hij kan niet ontsnappen aan een wis verderf.

Voorts behoort daartoe het blijspel. Hierin streeft de hoofdpersoon naar dwaze, nietige, verkeerde oogmerken, doch hij komt onder den drang der omstandigheden tot het besef zijner dwaasheid, terwijl waarheid en gezond verstand de overwinning behalen. Zoo ziet men in het treur- en blijspel de geheele zedelijke wereld aanschouwelijk voorgesteld.

Eindelijk rekent men daartoe het tooneelspel, dat eenigzins tusschen de eerstgenoemde 2 soorten zweeft en aan het treurspel zijne ernstige bedoelingen, doch aan het blijspel zijne luchtige vormen en zijne gelukkige uitkomst ontleent. De strijd is hierin meer toevallig dan noodzakelijk, en dwaling en misverstand leggen daarin doorgaans een knoop, die op eene bevredigende wijze wordt opgelost. Het blijspel vertegenwoordigt geenszins de algemeene denkbeelden en belangen der menschheid, maar dient nagenoeg uitsluitend tot vermaak.