Drakenborch is de naam van een aanzienlijk Utrechtsch geslacht. Van de leden vermelden wij:
Nicolaas van Zuylen van Drakenborch, onderteekenaar van de Unie van Utrecht en in 1586 schout in laatstgenoemde stad. Hij werd door de partij van Leicester verbannen, maar in 1588 in zijn ambt hersteld.
Arnoldus Drakenborch, een verdienstelijk Nederlandsch letterkundige. Hij werd geboren te Utrecht den 1sten Januarij 1685, studeerde aldaar en te Leiden in de regten, en hield zich na zijne promotie bezig met eene uitgave van Silius Italicus. Voorts volbragt hij met zijn vriend den hoogleeraar Burman eene reis naar Frankrijk en werd na diens overlijden tot zijn opvolger als professor in de welsprekendheid en geschiedenis benoemd. Hij heeft in 1736 het eerste eeuwfeest der Utrechtsche Académie met eene plegtige redevoering gevierd, en overleed op den 16den Januarij 1748.
Van zijne geschriften noemen wij: „De praefectis urbis (1704 en 1752”, — „C. Silius Italicus cum notis variorum (1717)”, — „Breves positiones, quibus historia Foederati Belgii illustratur (1737)”, — „Titi Livii Historiarum libri cum notis integris doctorum virorum (1736-1746, 7 dln)”, — en „Aanhangsel op de Kerkelijke Oudheden van Nederland”, benevens eenige redevoeringen, terwijl zijne „Origines Trajectinae” in handschrift berusten op de bibliotheek der Maatschappij van Nederlandsche letterkunde te Leiden.