Dohna is de naam van een aanzienlijk Duitsch geslacht, dat reeds in de laatste helft der 12de eeuw met het burggraafschap Dohna bjj Pirna in Saksen beleend was, en in de 13de eeuw uitgestrekte goederen bezat. Markgraaf Wilhelm von Meiszen verwoestte in 1402 de stad en de burgt Dohna, zoodat de leden van dit geslacht zich naar Lausitz en Silézië begaven. De 2 hoofdlijnen van den tegenwoordigen tijd werden door de beide zonen van Heinrich von Dohna uit Silézië, namelijk door Christoph en Stanislaus gesticht.
Tot de Silezische lijn behoorde graaf Abraham II van Dohna, een achterkleinzoon van Christoph, één der ervarenste staatslieden van zijn tijd. Hij volbragt met vorst Radziwill eene reis naar het Heilige Land, kocht de heerlijkheid Wartenberg, die hij tot eene familiefideicommis naar eerstgeboorteregt verhief, en overleed in 1613. Ook behoorden daartoe Karl Hannibal von Dohna, overleden in 1633, en zijn evenzoo genoemde kleinzoon, met wien in 1711 de Silézische lijn uitstierf.
De stichter der Pruissische lijn was bovengenoemde Stanislaus, in 1454 een bondgenoot der Duitsche Orde. Zijne nakomelingen werden in het midden der 16de eeuw aanhangers der Hervorming. Fabian von Dohna nam in 1550 deel aan den veldtogt van Stephanus, koning van Polen, vergezelde den pfalzgraaf Johann Casimir in de Nederlanden, en was tot 2-maal toe aanvoerder der hulptroepen, door de Protestantsche vorsten afgezonden ten behoeve van Hendrik van Navarre (later Hendrik IV). Hij werd opperburgtgraaf van Pruissen, en overleed ongehuwd in 1622. Van de zonen zijns broeders, graaf Achatius (+ 1619), zijn de thans nog bloeijende lijnen afkomstig, en wel van Fabian II (+ 1631) die van Lauck en van Reichertswalde, — en van Christoph die van Schlobitten, Schlodien en Carwinden. Tot deze laatste, in 1820 in de mannelijke lijn uitgestorven, behoorde ook de Zweedsche lijn, gesticht door den Zweedschen veldmaarschalk Christoph Delphicus von Dohna (+ 1668), wiens zoon en kleinzoon lauweren behaalden op het oorlogsveld. — De oudere hoofdlijn (die van Fabian) wordt vertegenwoordigd door graaf Friedrich von Dohna (geboren 3 November 1799), majoraatsheer op Lauck en oppermaarschalk in het koningrijk Pruissen met den titel „excellentie”, en Otto von Dohna (geboren 26 April 1802), majoraatsheer op Reichertswalde, beide erfelijke leden van het Huis der Heeren. — De jongere hoofdlijn werd gesticht door Christoph von Dohna (geboren in 1583, overleden in 1637), stadhouder, kapitein-generaal van het prinsdom Oranje, en achtereenvolgens ambassadeur te Parijs, Londen, ’s Hage, Dresden, Berlijn, Venetië, Piémont en Hongarije. Door zijne nakomelingen ontstonden de lijnen Dohna-Schlodien en Dohna-Schlobitten, welke thans nog bloeijen.
De stamvader der lijn Dohna-Schlodien was graaf Christoph (geboren 1665, overleden 1733), generaal in Pruisische dienst en schrijver der „Mémoires originaux sur le règne et la cour de Frédéric Ier, roi de Prusse (1833)”. Zijne 3 zonen waren de stichters van het huis Schlodien en Car vrinden, vertegenwoordigd door Karl von Dohna (geboren 29 September 1814), lid van het Pruissische Huis der Heeren, — van het huis Kotzenau, vertegenwoordigd door graaf Hermann von Dohna (geboren 11 November 1809), — en van het huis Dóhna-Kondehnen, uitgestorven in 1833.
De stamvader der lijn Dohna-Schlóbitten was graaf Alexander von Dohna (geboren in 1661), die in 1728 als veldmaarschalk overleed. Zijn zoon Alexander Aemilius von Dohna sneuvelde als generaal-majoor den 30sten September 1745 in den slag bij Soor. De kleinzoon van dezen, graaf Friedrich Ferdinand Alexander von Dohna-Schlobitten (geboren 29 Maart 1771), studeerde te Frankfort aan de Oder en te Göttingen, werd in 1808 minister van Binnenlandsche Zaken in Pruissen, nam in 1810 zijn ontslag, was in 1812 weder met ijver voor zijn vaderland werkzaam, werd burgerlijk gouverneur der provincie Pruissen, begaf zich in 1814 naar zijne goederen, en overleed den 21sten Maart 1831. Graaf Karl Friedrich Emil von Dohna, een broeder van den voorgaande, werd geboren den 4den Mei 1784, streed in den bevrijdingsoorlog in het Russische leger tegen Napoleon en overleed als generaal-veldmaarschalk den 21sten Februarij 1859. Zijn zoon Adalbert von Dohna, geboren den 7den Juli 1811, bekleedt eene aanzienlijke betrekking aan het Pruissische Hof. — Het hoofd der lijn is echter graaf Richard von Dohna, geboren den 6den April 1807, majoraatsheer op Schlobitten en erfelijk lid van het Huis der Heeren in Pruissen.
