Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Dipterocarpus Gaertn.

betekenis & definitie

Dipterocarpus Gaertn., een plantengeslacht uit de familie der Dipterocarpeën, omvat groote, harsachtige boomen van Oost-Azië met gaafrandige, gekartelde of gezaagde, geribde bladeren, veelal met groote steunblaadjes en okselstandige, roodachtig witte, zeer welriekende bloemtrossen. Voorts onderscheidt het zich door eene vrije, later met de vrucht grooter wordende kelkbuis met een 5-deeligen zoom en 3 korte benevens 2 zeer verlengde, in de bloemplooijing klepvormig gelegene slippen, die de vrucht als met een vleugelpaar kroonen, 5 ongelijke, uitstaande bloembladen,' veeltallige, in 2 rijen geplaatste helmdraden, die aan den voet vrij of vereenigd zijn, pijlvormige helmknoppen met stekelig-gepunt helmbindsel, een 3-hokkig vruchtbeginsel met een draadvormigen stijl en een onverdeelden of flaauwdrietandigen stempel, eene houtige, in de kelkbuis beslotene en door de slippen gekroonde éénzadige, zelden 2-zadige zaaddoos, omgekeerd zaad, groote geplooide zaadlobben en een klein, rond worteltje.

Tot de soorten behoren D. trinervis BI. met ovale, spitse, aan den voet rondachtige bladeren, terwijl de 2 groote slippen van den vruchtomsluitenden kelk langwerpig-lancetvormig zijn, — een boom, die op de Soenda-eilanden onder den naam minjak palaglar eene groote hoeveelheid harsachtigen balsem oplevert, — voorts D. mar ginatus Korth., die op Bornéo tot het branden van kolen voor de ijzerhutten dient, — en D. laevis Ham., een hooge dikke boom, die eene verbazende hoeveelheid balsem oplevert, welke onder den naam van wood-oil als vernis en als uitwendig geneesmiddel gebruikt wordt.

< >