slippen
slippen - regelmatig werkwoord uitspraak: slip-pen 1. greep op het wegdek verliezen en daardoor niet meer rechtdoor rijden ♢ de auto slipte op de gladde brug en dook de sloot in Regelmatig werkwoord: slip-pen ik slip...
Nederlands woordenboek voor onderwijs
slippen - regelmatig werkwoord uitspraak: slip-pen 1. greep op het wegdek verliezen en daardoor niet meer rechtdoor rijden ♢ de auto slipte op de gladde brug en dook de sloot in Regelmatig werkwoord: slip-pen ik slip...
Geschreven door Fons Leroy en Wim van Rooy
slippen: wegglijden, uitschuiven.
Wielersportwoordenboek door Jan Luitzen ©
(onov ww; slipte; h. en is geslipt) - (van een fietswiel) uitglijden, wegglijden: zijn fiets slipte op de gladde weg.
Nederlands woordenboek (7e druk)
(slipte, heeft en is geslipt), 1. wegglijden, wegglippen: het anker slipt, pakt niet, houdt niet; een touw laten slippen, door de handen laten glijden; iets laten slippen, het opgeven of zich er niet meer mee bemoeien ; de goede gelegenheid laten slippen, ontsnappen, er geen gebruik van maken; — door de vingers...
Vreemde woorden, uitdrukkingen en afkortingen (1948)
glippen, uitglijden; zijwaarts uitglijden (fiets auto).
25 delen, uitgegeven 1933-1939. Uitgeverij Joost van den Vondel te Amsterdam.
1° Van landvoertuigen, is het uitglijden der wielen. ➝ Slipgevaar. 2° S. van een vliegtuig noemt men het zijdelings doen glijden van een vliegtuig om dit bij het zweven snel hoogte te doen verliezen bij geringe voorwaartsche verplaatsing.
De vreemde woorden, verklarend woordenboek door Fokko Bos.
slippen - glippen, uitglijden; zijwaarts uitglijden van een fiets of automobielband.
Collectie Nederland: Musea, Monumenten en Archeologie
Maken van een sleuf in het einde van een stuk hout, zodat een open pengat ontstaat.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
SLIPPEN - (slipte, heeft geslipt), glijden, uitglijden: mijn fiets, ik slipte, door de gladheid gleed mijn fiets uit; — het anker slipt, pakt niet, houdt niet; — een touw laten slippen, door de handen laten glijden; —iets laten slippen, iets opgeven, van iets afkomen; — de goede gelegenheid laten slippen, ontsnappen, er ge...
Gerelateerde zoekopdrachten