Cubeba Miq. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Piperaeeën. Het onderscheidt zich door 2-huizige bloemen, ongesteelde schutblaadjes, 2—5 korte meeldraden en ovale of niervormige helmknoppen in de mannelijke en een ongesteeld vruchtbeginsel met 3—5 stempels in de vrouwelijke bloemen. Daarvan groeijen 12 soorten op de Sunda-eilanden, doch de belangrijkste daarvan is Cubeba officinalis Miq., een klimmende heester met onbehaarde, lederachtige bladeren , die vooral op Java in de residentie Bantam gekweekt wordt.
De aren van dien heester dragen gewoonlijk 40 of 50 bessen, die bolvormig van gedaante, donkerbruin van kleur, aan lange steeltjes vastgehecht en na het droogen wat rimpelig zijn. Voorts hebben zij een scherpen, specerijachtigen smaak, en bevatten eene lijvige aethérische olie, een dik en groenachtig hars, eene bittere extractiefstof, slijm, zouten en eene indifferente zelfstandigheid, cubebine genaamd, die in kleine, groepsgewijs vereenigde naalden kristalliseert, kleur-, reuk- en smakeloos is, en weinig in water en konden alkohol, maar gemakkelijk in kokenden alkohol, aether, vette en aethérische oliën oplost, en aan zwavelzuur eene donkerroode kleur geeft. De cubeba of staartpeper (Baccae cubebae) werkt zeer krachtig op de spijsverteringsorganen en op de slijmvliezen, weshalve zij in de geneeskunde, vooral bij kwalen der geslachts-organen, gebruikt wordt.