Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Constantijn

betekenis & definitie

Constantijn. Onder dezen naam vermelden wij:

Eenige West- en Oost-Romeinsche Keizers, te weten:

Constantijn I of de Groote, eigenlijk Cajus Flavius Valerius Aurelius Constantinus. Hij werd geboren den 28sten Februarij 274 te Naïssus in Opper-Moesië, was een zoon van den aanzienlijken Constantius Chlorus, groeide voorspoedig op en onderscheidde zich door een krachtigen ligchaamsbouw. Toen zijn vader Caesar werd, moest de zoon in Perzië als gijzelaar achterblijven, waar hij wel tot krijgstribuun verheven, maar aan vele gevaren blootgesteld was. Weldra echter ontvlugtte hij en vergezelde zijn vader op een togt tegen de Picten en zag zich bij diens overlijden (25 Julij 306) door het leger als Augustus en Imperator begroet. Na zijn terugkeer uit Brittannië versloeg hij de Franken, doch bezoedelde zijne zegepraal doordien hij de beide vijandelijke aanvoerders in den circus te Trier aan de verscheurende dieren ter prooi gaf. Intusschen heerschte er te Rome groote verdeeldheid, daar Maxentius, Maximinianus, Galerius en Severus zich met het purper bekleedden. Maximinianus zocht de gunst van Constantinus te verwerven en deed, toen hij hierin niet slaagde, pogingen om hem te dooden, waarna hij op last van Constantinus te Massilia geworgd werd. Galerius overleed een jaar daarna, en zelfs nu bleven er nog 4 mededingende rijksbestuurders over, namelijk Licinius en Maximinus in het Oosten, en Maxentius en Constantinus in het Westen.

Door het omvèr halen der standbeelden van Constantinus gaf Maxentius het eerst aanleiding tot vijandelijkheden, waarna Constantinus over de Alpen trok, zijn tegenstander versloeg en zich meester maakte van geheel Opper-Italië. Gedurende dien veldtogt verscheen hem, zooals de legende meldt, een vlammend kruis met het opschrift ,,overwin door dit teeken”, en den volgenden nacht aanschouwde hij in een droom Christus, hem bevelende, om een kruisvormig vaandel (labarum) te ontplooijen. Constantinus trok onder uitbundig gejuich binnen Rome, waar de Senaat hem als eersten Augustus erkende. Toen begaf hij zich naar Milaan, waar hij zijne zuster Constantia met Licinius deed huwen. Deze verbindtenis spoorde Maximinus aan tot een krijgstogt tegen zijne mede-regenten, die echter eindigde met zijn dood bij Tarsus. De eensgezindheid tusschen Constantinus en Licinius duurde echter slechts kort; weldra trokken zij tegen elkander op, en lAcinius moest na eene herhaalde nederlaag lllyrië, Pannonië en Griekenland aan Constantinus afstaan en zich met Thracië en Azië vergenoegen. In 323 barstte wederom een oorlog tusschen hen uit, en Licinius leed bij herhaling de nederlaag, en schoon Constantinus hem, op de bede zijner zuster, het leven schonk, werd hij, zoowel als Maximinus, weldra gedood. Nadat Constantinus de alleenheerschappij te Rome had aanvaard, deed hij, ten gevolge van lasterlijke aantijgingen, zijn voorzoon Crispus, Licinianus (den elfjarigen zoon van Licinius), alsmede zijne gemalin Fausta ombrengen.

Gedeeltelijk om zijn geweten tot rust te brengen, gedeeltelijk om staatkundige redenen omhelsde hij het Christendom, gaf hieraan dezelfde vrijheid als aan het Heidendom en offerde aanzienlijke sommen ten behoeve van de verspreiding van het Evangelie en van den opbouw van Christelijke kerken. De ontevredenheid, door zijne bloedige daden te Rome gewekt, was oorzaak, dat hjj Byzantium tot zetel koos, deze stad prachtig versierde en haar den naam schonk van Constantinópolis (stad van Constantijn). Van zijne handelingen vermelden wij voorts het dempen van een oproer, door zekeren Colocaerus opgestookt, zijne overwinning op de Gothen of Scythen en de opneming der Wandalen in zijn rijk. Voorts beraamde hij maatregelen tot verdeeling van zijn gebied. Zijn jongste zoon Constans en Dalmatius (een zoon van zijn broeder) werden tot caesars gekozen, en nu verkreeg zijn oudste zoon Constantinus Gallië en Brittannië, — Constantius het Oosten, — Constans Italië en Afrika, — en Dalmatius Illyrië met aangrenzende gewesten. Toen hij voorts op het punt stond om tegen Saporex, koning van Perzië, te velde te trekken, werd de Keizer plotselijk ziek en overleed, nadat hij zich door den bisschop Eusebius had laten doopen, op den 22sten Mei 337, waarna men hem te Constantinopel ter aarde bestelde. De Heidenen plaatsten hem onder de goden, en de Christenen onder de heiligen. Hij heeft in zijn rijk eene geheel andere orde van zaken ingevoerd, welke trouwens reeds door Diocletianus was voorbereid.

Alle overblijfselen der voormalige republiek werden daardoor verbannen. Er kwam eene gestrenge afscheiding tusschen het militair gezag en het burgerlijk bestuur. Het uitgebreide rijk, met uitzondering der beide hoofdsteden, verdeelde hij in 4 praefecturen, en deze wederom in diocésen en provinciën. Twee opperbevelhebbers stonden met hunne onderbevelhebbers aan het hoofd van voetvolk en ruiterij. Een geheim kabinet (consistorium principis) stond den Keizer steeds raadgevend ter zijde. Er werden drukkende belastingen ingevoerd, maar tevens is het eene waarheid, dat hij met belangstelling zorgde voor eene goede regtspleging, dat de regtsgeleerde school te Berytus onder zijn bewind bloeide, dat Gregorius en Hermógenes op zijn last de oude en nieuwe wetten verzamelden, en dat hij een bevorderaar was der kunst, vooral der schoone bouwkunst. Intusschen was hij te weinig een man van karakter en stond hij te veel onder den invloed van vrouwen en bisschoppen, om den naam van de Groote waarlijk te verdienen. Wat hij ten behoeve van het Christendom uit zelfbelang gedaan heeft, kan de door hem bedrevene gruwelen niet uitwisschen.

Constantijn II, den oudsten zoon van den voorgaande en van Fausta. Hij werd geboren in 316 te Arelatum en reeds het volgende jaar tegelijk met Crispus en Licinianus tot caesar benoemd. Hij hield zijn verblijf in Gallië, dat hem in 337 bij de verdeeling des rijks tegelijk met Brittannië en Hispanië werd toegewezen. Tevens had zijn vader een gedeelte van het groote gebied bestemd voor zijne neven Dalmatius en Hannibalianus, doch deze werden, niet zonder medeweten van Constantinus II, door de soldaten omgebragt. Daar hij voorts nog niet te vreden was met zijn aandeel, trok hij over de Julische Alpen en deed een inval in de gewesten van zijn broeder Constans, maar werd hij Aquileja in eene hinderlaag gelokt en gedood.

Constantijn V — doch III als keizer van het Oost-Romeinsche rijk, bijgenaamd Copronymus omdat hij bij zijn doop het water bevuilde, of Iconoclastes (de beeldstormer), of Caballinus, omdat hij den reuk van paardenmest aangenaam vond. Hij werd geboren in 719 en beklom als zoon en opvolger van Leo de Isauriër in 741 den troon te Byzantium. In 746 voerde hij een voorspoedigen oorlog tegen de Saracenen, ontrukte hun onderscheidene gewesten, en bragt vele verbeteringen in het binnenlandsch bestuur, hoewel hij wegens zijn af keer van alle beelden verstoken bleef van de gunst des volks. Daar hij echter op de trouw van zijn leger kon rekenen, liet hij zich niet afbrengen van zijn ijveren tegen de vereering der beelden. Toen de monniken daaromtrent allerlei zwarigheden opperden, hief hij in 768 alle kloosters op, deed de kloostergebouwen afbreken of in kazernen veranderen en dwong de monniken en nonnen, om in het huwelijk te treden, terwijl hij hen bij weigering van het licht der oogen beroofde. Wie bevonden werd, reliquieën of beelden van heiligen te bezitten, moest het leven of de oogen verliezen. Tevens voerde hij oorlog met de Boelgaren en Slawen, en zelfs met de Russen, die tot aan de Donau waren voortgerukt, en overleed gedurende een veldtogt tegen de Boelgaren op den 14den September 775.