Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Colonna

betekenis & definitie

Colonna is de naam van een adellijk Italiaansch geslacht, hetwelk zich in de middeleeuwen onderscheidde door zijn uitgestrekte bezittingen, waartoe de stad Palestrina behoorde, en alzoo door zijn invloed op de aangelegenheden van den Kerkelijken Staat. Het bloeit thans nog in 3 takken, namelijk dien van Colonna-Paliano te Rome en te Napels, — in dien van Colonna di Sciarra, weder gesplitst in Colonna di Sciarra en Colonna-Barberini, te Rome, — en in dien van Colonna-Stigliano te Napels. Het paleis Colonna te Rome is beroemd wegens zijne kostbare kunstgewrochten en zijne prachtige gaanderij.

Dit geslacht heeft een paus (zie Martnuus V), vele cardinalen en een groot aantal veldheeren, staatslieden en geleerden opgeleverd. Tot hen behoorden:

Stefano Colonna, een Romeinsch senator. Hij werd geboren in de 2de: helft der 13de eeuw, nam de vlugt naar Frankrijk voor paus Bonifacius VIII, en deed dezen in 1303 door Fransche krijgsbenden gevangen nemen. Later moest hij bij herhaling voor Lodewijk de Beijer en voor Cola di Riénzi Rome verlaten en verloor het leven bij eene poging, om zich van deze stad meester te maken.

Sciarra Colonna, een broeder van den voorgaande. Hij was commandant van Palestrina in den tijd van Bonifacius VIII, doch ontvlood, toen hij er door dezen belegerd werd. Bij Anzo werd hjj door zeeroovers gevangen genomen en aan de roeibank gekluisterd. Weldra echter keerde hij naar zijn vaderland terug, maakte door omkooping zich meester van Anagni en nam Bonifacius gevangen. Toen deze door het volk bevrijd werd en kort daarna overleed, keerde Colonna naar Rome terug. Hij opende er in 1327 de poorten voor Lodewijk de Beijer. Zijne poging, om Johannes XXII te dooden, mislukte; hij werd vervolgens uit Rome verjaagd, en stierf in ballingschap.

Prospero Colonna, een pauselijk veldheer en de meest-beroemde van zijn geslacht, geboren in 1452. Als aanhanger van den Franschen koning Karel VIII veroverde hij voor de vreemdelingen Ostia, opende hun de poorten van Viterbo, en wilde juist Rome in hunne handen leveren, toen Alexander VI er in slaagde, om hem in hechtenis te nemen. Hjj werd echter door de Fransche voorhoede weder in vrijheid gesteld en voegde zich bij het vijandelijk leger. Karel beloonde de diensten van Colonna op eene schitterende wijze, doch laatstgenoemde schaarde zich aan de zijde van het huis van Arragon, zoodra de ster van den Franschen voorspoed begon te verbleeken. De verdrijving der Franschen uit Italië was hiervan het gevolg, en toen zij vervolgens op nieuw in Italië vielen, zocht Colonna hun te Rome zooveel mogelijk weerstand te bieden. Inmiddels wist hij van Caesar Borgia te verkrijgen, dat aan het geslacht Colonna al de bezittingen werden teruggegeven, daaraan door Alexander VI ontnomen.

Hij ontzette voorts Rocca-secca, dat door de Franschen bedreigd werd en had een beslissenden invloed op den slag aan de Garigliano. Voorts kan de overwinning bij Vicenza en de inval der Zwitsers in Piémont aan hem worden toegeschreven. In 1515 werd hij door de Franschen gevangen genomen en moest 350 halve Ned. ponden goud als losgeld betalen, doch vond weldra gelegenheid, om zich te wreken. Gedurende den nieuwen oorlog met Frankrijk voerde hij het opperbevel over het leger en ontrukte Italië voor altijd aan de Fransche heerschappij. Hjj versloeg het vijandelijk leger bjj Bicocca (1522) en veroverde Cremona en Genua. Hij overleed den 30sten December 1523, naar men vermoedt, aan vergif.

Pompéo Colonna, een cardinaal, de neef van den voorgaande. Hij werd geboren den 12den Mei 1479 en door zijn oom gedwongen, om zich te wijden aan den geestelijken stand. Bij het gerucht, dat paus Julius II overleden was, maakte hij zich meester van het Capitool en werd om die reden van zijn waardigheden beroofd. Leo X benoemde hem tot cardinaal, en hij had grooten invloed op de keus der 2 volgende Pausen. Hij werd vervolgens tot legaat te Ancona, tot aartsbisschop van Montreale, en eindelijk door Karel V tot onderkoning van Napels benoemd, waar hij den 28sten Junij 1532 overleed. Hij was een goed Latijnsch dichter en schreef ter eere van Vittoria Colonna het gedicht „De laudibus mulierum.” Vittoria Colonna, markiezin van Pescara, eene beroemde dichteres.

Zij was de dochter van Fabrizio Colonna, connétable van Napels, en werd geboren te Marino omstreeks het jaar 1490. Op 4-jarigen leeftijd werd zij verloofd aan den even zoo jeugdigen Fernando Francesco, markies van Pescara, met wien zij later in het huwelijk trad. Toen hij in den slag bij Pavia gesneuveld was, leefde zij jaren lang in de afzondering te Napels en op Ischia , daarna in kloosters te Orviéto en te Viterbo , en vestigde zich eindelijk te Rome, waar zij in Februarij 1547 overleed. Zij troostte zich met de beoefening der dichtkunst en onderhield briefwisseling met de geleerdste mannen van haren tijd. Hare gedichten, die getuigenis geven van een diep gevoel, vooral hare „Rime spirituali”, zijn in 1538 en later bij herhaling in het licht verschenen.

Marco Antonio Colonna, onderkoning van Sicilië, geboren in 1536. Door paus Pius IV uit Rome verbannen, trad hij in Spaansche dienst en leidde onder het opperbevel van den hertog van Alva de onderneming tegen den Kerkelijken Staat met zooveel schranderheid, dat men hem terugriep en Pius V hem met eene vloot tegen de Turken uitzond. Hij behaalde de overwinning bij Lepanto en keerde in zegepraal terug. Daarna werd hij benoemd tot onderkoning van Sicilië, en hij stond gereed, om het opperbevel over de Spaansche Armada te aanvaarden, toen hij den lsten Augustus 1585 te Medina Celi overleed.

< >