Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Cohaesie

betekenis & definitie

Cohaesie of kracht van zamenhang is eene eigenschap der ligchamen, waarvan wij de verschijnselen opmerken zonder hare oorzaak te kunnen doorgronden. Zij bestaat niet bij luchtvormige stoffen, in zeer geringe mate bij vloeistoffen, maar in meerdere of mindere mate bij vaste stoffen. De oude wijsgeeren vergenoegden er zich mede, haar eene eigenschap te noemen, of zeiden, dat deze uit droogte voortvloeide, — de Scholastieken oordeelden, dat de atomen van haakjes voorzien zijn, waarmede zij elkander vasthouden, en Galileï verklaarde haar door den afkeer der natuur van het ledige, Cartesius door de traagheid der atomen, Leibnitz door hunne schommelende beweging, Bernoulli door de drukking der lucht, Wïnkler door de electriciteit, Kitter door het magnetismus, en Kant door de aantrekking en afstooting. Om het bedrag der cohaesie eener stof te bepalen, onderzoekt men, welk gewigt noodig is, om een stuk, dat een Ned. duim in doorsnede heeft, van één te rukken.

Veroorzaakt de cohaesie den terugkeer der deeltjes , na door eene kracht van buiten uit hunne plaats gedrongen te zijn, tot den voormaligen stand, zoo draagt zij den naam van veerkracht of elasticiteit. Naar gelang der cohaesie noemt men de ligchamen week of hard, kneedbaar, veerkrachtig of broos. Bij sommige ligchamen kan men de cohaesie wijzigen, zooals bij staal, dat, witgloeijend gemaakt, bij plotselijke afkoeling hard en broos, en bij langzame afkoeling zacht en buigzaam wordt.

< >