Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Cleópatra

betekenis & definitie

Cleópatra, de oudste dochter van Ptolemaeus Auletes, bereikte in 52 vóór Chr. haar 17de jaar en beklom tevens volgens het testament van haren vader den troon als mederegentes van haren 9-jarigen broeder Ptolemaeus. Als plaatsvervangers van laatsgenoemde regeerden Pothinus, Achillas en Theodotus en verdreven haar onder voorwendsel, dat zij haren broeder van het gezag wilde berooven (48 vóór Chr.). Zij verzamelde aanstonds een leger in Syrië, en toen Pompéjus naar Egypte vlugtte, waar hij zijn einde vond, was Ptolemaeus juist bij den berg Casius gelegerd, om den inval van Cleópatra af te weren, doch toen Caesar er met zijne zegevierende benden verscheen, vorderde deze, dat de beide legers de wapens zouden neerleggen en de zaak aan zijne beslissing overlaten. Cleópatra, die eerst door tusschenpersonen met den magtigen veldheer onderhandeld had, liet zich des nachts vermomd bij hem brengen en wist door hare bekoorlijkheden te bewerken, dat Caesar verklaarde, dat de vaderlijke beschikking gehandhaafd moest worden. De voorstanders van Ptolemaeus grepen nu naar de wapens, en Cleópatra moest het onderspit delven.

Daar echter Ptolemaeus hierbij gesneuveld was, droeg Caesar de regéring op aan haar en aan haren minderjarigen broeder, en als minnares van Caesar had zij grooten invloed. Na het eindigen van den oorlog deed zij hem nog vele maanden in Egypte blijven, verordende groote gastmalen en bevoer met hem in een prachtig vaartuig de Nijl, om hem de wonderen des lands te doen zien. Na verloop van eenige jaren ontbood Caesar haar zelfs naar Rome deed haar wonen in zijn eigen huis, veroorloofde haren zoon om zich naar hem te noemen, en nam haar op onder de vrienden en bondgenooten van het Romeinsche volk. Na Caesars dood ondersteunde zij Dolabella, doch Antonius riep haar ter verantwoording naar Cilicië, omdat Serapion, haar stadhouder op Cyprus, Cassius ondersteund had. Zij verscheen voor hem niet in het gewaad van een beschuldigde, maar in dat van Aphródite (Venus), als zij Dionysus (Bacchus) bezoekt, en hare heerschappij over Antonius was weldra zoo groot, dat hij om harentwil allerlei gruwelen bedreef.

Zij zelve had reeds haren broeder Ptolemaeus door vergif om het leven gebragt. Den winter van het jaar 41 sleet Antonius bij haar te Alexandria. Vier jaar later ontbood hij haar weder in Syrië en bleef voortaan in hare netten verstrikt, terwijl zij hem ten slotte aan Octavianus verried. Na den dood van Antonius poogde zij als gevangene van Octamanus ook dezen te boeijen, doch te vergeefs, en om niet bij den triomf van dien veldheer te worden vernederd, bragt zij zich door addervergif om het leven.

< >