Chersonésus, afkomstig van een Grieksch woord, dat schiereiland beteekent, was in de dagen der Oudheid de naam van vele schiereilanden, die door een bijvoegsel werden onderscheiden. Men had toen de:
Chersonésus Cimbrica, die men bewoond waande door de Cimbren, namelijk het Deensche schiereiland (Holstein en Jutland).
Chersonésus Heracleotica of Trachea, een staat en eene stad in de hedendaagsche Krim, een vlak voorgebergte vormende tusschen de noordelijke havens van Ctenus (thans Achtiar) en de zuidelijke Portus Symbolorum (thans Balaklava). Men had er het Promontorium Parthenium (thans Fanary) met den tempel de Taurische Artemis (Diana), benevens 2 steden, van welke de eene, tegenover de haven van Balaklava, reeds in de 6de eeuw vóór Chr. verwoest werd, terwijl de andere, Cherson of Korsoen genaamd, eeuwen lang hare onafhankelijkheid bewaarde en door landbouw en koophandel bloeide.
Toen zij echter niet bij magte was, om weêrstand te bieden aan de Scythen, stelde zij zich onder de beschermheerschappij van Mithridates, koning van Pontus, wiens veldheer Diophantus in hare nabijheid de stad Eupatorium stichtte. Zij genoot de gunst der Romeinsche en Byzantijnsche keizers. In de 9de eeuw werd er het Christendom ingevoerd, en Wladimir de Groote ontving er den doop. In de 13de eeuw verminderde echter haar bloei door de opkomst van Kaffa, vervolgens hadden de Genuézen er nog een belangrijken handel, totdat zij eindelijk geheel verviel, werkelijk er tegenwoordig naauwelijks eenig spoor van te vinden is. De Russen hebben hare puinhoopen tot den opbouw van Achtiar gebruikt.
Chersonésus Taurica of het Taurische schiereiland, de hedendaagsche Krim, door de smalle landengte Taphrus (thans Perekop) met het land der Scythen verbonden. Zij was de zetel van het aloude bergvolk der Tauriërs, dat zich later met de derwaarts verhuizende Scythen tot Tauroscythen vereenigde en een geduchten zeeroof pleegde.
Chersonésus Thracica, bij uitnemendheid de Chersonésus genaamd, de zuidwestwaarts loopende landtong, die ten oosten door de Propontis van Azië gescheiden en ten zuiden en westen door de Aegaesche zee bespoeld werd. Een dwarsmuur beveiligde het schiereiland tegen de aanvallen der Thraciërs, en de voornaamste steden waren er Aegospotamus, Cardia, Callipolis en Sestus. Het kwam in het bezit der Perzen en na het verdrijven van deze bij afwisseling in de handen der Atheners, Spartanen en Macedoniërs. Later voerden de Romeinen er heerschappij, en thans draagt het den naam van schiereiland der Dardanellen of van Gallipoli.