Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Chertepartij

betekenis & definitie

Chertepartij, ook wel chartepartij, is een schriftelijk onderhandsch of authentiek stuk, waarbij een bevrachtingscontract wordt geconstateerd (vergelijk Bevrachten). De inhoud, zooals die door de wet wordt aangegeven, kan door de Contractérende partijen worden gewijzigd; het is, zoo al niet het eenige, dan toch het meest verkieslijke en zekere van de bewijsmiddelen voor het bevrachtingscontract.

De chertepartij bevat natuurlijk in de eerste plaats de namen van den vervrachter en van den bevrachter, van hem, wiens schip vervracht wordt, en van hem, wien de scheepsruimte wordt afgestaan De bevoegdheid om te vervrachten wordt elders behandeld; in het algemeen is de schipper als zoodanig, uit kracht zijner betrekking, daartoe niet bevoegd. Voorts wordt er in uitgedrukt, of de bevrachting plaats heeft voor het geheele of voor een gedeelte van het schip; voor welke reis of reizen, of wel voor welken tijd de bevrachting is gesloten; dit behoort tot het onderwerp der overeenkomst.

Men kan er voorts in bepalen, welke soort van goederen ingeladen en vervoerd zal worden; waar zoodanige bepaling ontbreekt, daar is de bevrachter te dien aanzien vrij, terwijl dan natuurlijk de risico bij vervoer van goederen, waarvan de handel, de in- of uitvoer verboden is, geheel voor zijne rekening is, zoodat hij, ingeval van oponthoud of andere schade, volledige vergoeding aan de belanghebbenden moet geven. Verder moet het bedrag der vracht worden vermeld; en wel, zooals zij is bedongen, bij de reis, bij de maand of op andere wijze, tot een bepaald bedrag, of naar het getal, de maat of het gewigt der vervoerde goederen.

Bij en boven de vracht kan onder anderen een zeker kaplaken bedongen worden, oorspronkelijk voor den schipper, thans, in den regel, en voor zoover het niet bepaaldelijk aan den schipper is toegekend, voor den eigenaar of voor de reederij bestemd, en veelal bestaande in zekere procenten van de bedongen vracht. Ten aanzien van de vracht, vooral wanneer die bij de maand is bepaald kan worden uitgedrukt, wanneer zij zal beginnen te loopen; anders loopt zij van den dag, dat de reis is begonnen, of meer bepaald, dat het schip, ’t zij geheel, ’t zij gedeeltelijk beladen of met ballast is vertrokken uit de eerste ladingsplaats. Zoo kan er mede worden vastgesteld, hoe en wanneer de vracht zal betaald worden; of het trekken op de vracht, en tot welk bedrag, geoorloofd zal zijn (het maken van avances); bij gebreke van het een en ander kan zij dadelijk bij de uitlading der goederen na het einde van iedere reis worden gevorderd. De bevrachting heeft een bepaald schip ten onderwerp, dat bij zijn naam in de chertepartij moet vermeld worden, met opgave van inhoud en grootte, en verdere vermelding van andere bijzonderheden, bijvoorbeeld van de opgave van het hout, waaruit het vervaardigd, of van de voorwaarden, waarop het verzekerd is — alles voor zoover het door eene der partijen geëischt wordt.

De vervrachter mag het schip niet eigendunkelijk met een ander verwisselen; de gevolgen van het niet nakomen van de bedingen, in de chertepartij gemaakt, kunnen vooraf door partijen zelve in de chertepartij geregeld zijn, of worden anders door de wet aangegeven. Een veertigste gedeelte verschil tusschen den opgegeven en den werkelijken inhoud van het schip brengt in de regten en de verpligtingen van de partijen geen verschil te weeg.

In de chertepartij moet nog vermeld worden de naam van den schipper; de vervrachter kan niet tegen den zin of zonder de toestemming van den bevrachter een ander persoon voor hem in de plaats stellen. Nog moet daarin worden aangegeven de plaats van lading en van lossing, ’t zij aan het schip daarvoor dadelijk bepaalde ligplaatsen worden aangewezen, ’t zij voorloopig slechts in ’t algemeen wordt aangeduid, waar de lading en lossing zullen plaats vinden.

De persoon, voor wien de lading bestemd is, de geconsigneerde, behoeft eerst opgegeven te worden, en wordt in den regel ook pas opgegeven in het later op te maken cognossement. Wenschelijk is het, dat mede de tijd voor de lading en voor de lossing, de zoogenaamde ligdagen, worde bepaald; noodzakelijk is het niet, omdat bij gebreke daarvan, die tijd buiten ’s lands wordt geregeld naar de wetten of de gebruiken der plaats, en hij, in dit geval, voor ons Land en voor de Koloniën is vastgesteld op vijftien werkdagen voor schepen, en op drie voor ligterschepen. Zoo de lading of de lossing niet binnen den gestelden termijn is afgeloopen, dan is de nalatige voor de overligdagen vergoeding verschuldigd, wier hoegrootheid mede dadelijk in het contract kan zijn bepaald, of anders door deskundigen kan worden vastgesteld.

De chertepartij behoort verder te behelzen, wat tusschen partijen is overeengekomen omtrent andere punten, hetzij de wet daarop al of niet wijst; zooals omtrent den tijd, waarop het schip gereed moet zijn; omtrent de bevoegdheid van den schipper of de schepelingen om goederen voor eigen rekening in het schip te laden; omtrent de regten en pligten van partijen ingeval het schip zonder vertimmering de voorgenomen of begonnen reis niet kan voortzetten, en meer dergelijke onderwerpen, wier regeling vooraf van het hoogste belang kan zijn.