Cherson of Kherson, een gouvernement in het zuiden van Rusland, bevat het grootste gedeelte van de voormalige provincie Nieuw-Serbië (tusschen de Dniepr en de Boeg) en het westelijk gedeelte der steppe van Otsjakow, terwijl het ten noorden grenst aan de gouvernementen Podolië, Kiew en Poeltawa, ten oosten aan Jekaterinoslaw en Taurië, ten zuiden aan de Zwarte Zee en ten westen aan Bessarabië.
Het staat onder het bewind van den gouverneur-generaal van Nieuw-Rusland en Bessarabië, is in 6 arrondissementen verdeeld en telt op ruim 1349 geogr. mijlen wat meer dan 1 millioen inwoners. Het land is over het geheel eene steppe en vruchtbaarder naarmate men zich van de Zwarte Zee verwijdert. De rivieren zijn er de Dniepr en de Dniestr aan de oostelijke en westelijke grenzen, en de Boeg, de Ingall en de Ingoeletz met hare zij-rivieren in het midden des lands. Zij vormen aan hare monden zoogenaamde limans of binnenmeren van zoet water, die evenwel te weinig diepte hebben voor de scheepvaart. Het klimaat is er aan groote wisseling onderworpen: het is in den zomer droog en warm en in den winter buijig en koud. Vooral de sneeuwstormen (metels), die er in Januarij over de steppe jagen, zijn voor den reiziger zeer gevaarlijk.
De bevolking bestaat er uit Groot-Russen en Klein-Russen, voorts uit Walachen, Moldaviërs, Boelgaren, Serben, Polen, Grieken, Duitschers, Zweden, Israëlieten en Zigeuners. Er is een geestelijk opperhoofd der Grieksche kerk, die zich aartsbisschop van Cherson en Taurië noemt. Men heeft er (1858) uitmuntende inrigtingen van onderwijs, zooals het lycéum Richelieu te Odessa met 34 leeraren en 103 studenten, 7 gymnasia, 32 arrondissementsscholen, 73 gemeentescholen, 57 bijzondere scholen enz., voorts zeevaarten landbouwscholen, een R. Katholiek seminarium te Tiraspol, eene meisjesschool te Odessa, eene school voor dochters van matrozen te Nicolajew enz.
Cherson is thans eene der meest-welvarende gewesten van Rusland en heeft zijne opkomst te danken aan zijne gunstige ligging en aan de zorg van Catharina II. Deze heeft uit Tartaarsche of Turksche dorpen de steden Cherson, Nicolajew en Odessa doen verrijzen, en na den Vrede van Jassy (1792), waarbij de Turksche grenzen verder zuidwaarts werden verlegd, is er het stichten van volkplantingen aanmerkelijk toegenomen. De veeteelt is er van groot belang, en Cherson strekt tot kweekplaats van een veredeld schapenras, waartoe vooral de hertog van Richelieu in de dagen van Alexander I heeft medegewerkt. Men heeft er thans land-eigenaars, die 30-tot 40000 stuks merino-schapen bezitten. Bijen en zijde-teelt, jagt en visscherij zijn er voorts belangrijke bronnen van bestaan, en de bodem levert er leem, krijt, zandsteen, salpeter, zout en kalksteen.
In het noorden des lands bevinden zich uitgestrekte wouden; voorts heeft men er perziken-, abrikozen-, kersen-, pruimen- en moerbeziën-boomen, alsmede wijngaarden. Men verbouwt er tabak, mosterdzaad, vlas, hennep, graan enz. Voorts zijn er reeds honderde fabrieken, en de koophandel neemt er eene hooge vlugt. Er worden groote zaken gedaan in wol, huiden, vlas, hennep, graan, vee en meel, en verbazende sommen omgezet op de markten der voornaamste steden. Tot deze behooren aan zee: Cherson, Nicolajew, Otsjakow, Odessa en Ovidiopol, en in het binnenland: Berislaw, Alexandrya, Jelissawetgrado, Wosnessensk, Olwiopol, Tiraspol en Dubossary. De handel wordt er aanmerkelijk bevorderd door de groote rivieren en door de spoorwegen, die de voornaamste steden onderling en met het groote Russische en met het Europésche spoorwegnet verbinden.
De hoofdstad Cherson is eene vesting en ligt aan een liman aan den mond van de Dniepr tegen een heuvel op den regteroever der rivier. Thans moeten diepgaande schepen wegens gebrek aan water op eenigen afstand van de stad, bij het dorp Stanislawskoe Selo, ten anker gaan, doch er wordt ijverig aan de verbetering van den toegang tot de havens gewerkt.
De stad is regelmatig gebouwd, bestaat uit 4 wijken, bezit 10 kerken en vele fabrieken en telt ruim 40000 inwoners. In 1787 hielden Catharina II en keizer Jozef II aldaar eene zamenkomst, en men zegt, dat eerstgenoemde alstoen van voornemen was, zich tot koningin van Taurië en tot keizerin van Turkije te laten kroonen. Niet ver van de stad verrijzen de gedenkteekenen van vorst Potemkin en van den menschenvriend Howard, die er in 1790 overleed.