Chenopodiaceën is de naam van eene plantenfamilie met kleine, onaanzienlijke, twee- of éénslachtige, alleenstaande of in trossen vereenigde bloemen, en een meestal 5-deelig, aan den voet buisvormig bloemdek, terwijl de bloemkroon ontbreekt, de meeldraden op den bloemdekbodem bevestigd zijn, het vruchtbeginsel vrij of met den kelk zamengegroeid, de stamper 2- of 4-deelig, zelden enkelvoudig, de vrucht droog en vleezig en somtijds besachtig is.
Zij telt een 500-tal soorten in meer dan 50 geslachten, die in alle werelddeelen, maar vooral in het noorden van Europa en Azië vertegenwoordigd zijn,— meestal kruiden, heesters of halve heesters met afwisselende, zelden tegenoverstaande bladeren. Sommige leveren gezochte groenten, zooals spinazie en melde, andere zijn broodplanten, zooals Chenopodium Quinoa.
Eenige bevatten zouten en geven na de verbranding koolzuur natron, bepaaldelijk die soorten, welke aan het strand groeijen. Ceroxylon Salsola Thunb. bevat zulk eene hoeveelheid natron, dat de asch dier plant, vermengd met schapenvet, eene zeer goede zeep oplevert. Opmerkelijk is voorts het suikergehalte van den beetwortel en de belangrijkheid van dit gewas als veevoeder.