De Charente, eene Fransche rivier, ontspringt bij het dorp Cheronnac in het gebergte van Limousin (departement Haute Vienne), stroomt aanvankelijk noordwestwaarts, dan zuidwestwaarts, wordt bij Montignac bevaarbaar en valt tegenover het eiland Oléron, na een loop van 48 geogr. mijlen, in de Baai van Gascogne. Door overstrooming geeft zij vruchtbaarheid aan hare oevers, ontvangt de Touvre en de Boutonne en verleent haren naam aan de departementen Charente en Charente inférieure. De Romeinen noemden haar Carantonus.
Het departement Charente, gevormd uit gedeelten der oude gewesten en landschappen Angoumois, Saintonge, Poitou en Lamarche, ligt in het zuidwesten van Frankrijk tusschen de departementen Deux Sèvres, Vienne, Haute Vienne, Dordogne, Gironde en Charente inférieure, en telt op 108 □ geogr. mijlen omstreeks 400000 inwoners. De bodem is er zeer oneffen en in het noorden met hooge, in het zuiden met lagere heuvels bedekt. De rivieren, die het departement besproeijen en zich in de Charente als hoofdrivier uitstorten, verliezen een groot deel van haar water in de holen en grotten van den kalkachtigen grond. Ruim de helft der oppervlakte is door den landbouw in beslag genomen en 1/5de door den wijnbouw, die er veel brandewijn levert. Voorts zijn er weiden, wouden — vooral veel kastanjeboomen — en woeste gronden.
De ijzer-industrie is er niet onbelangrijk. Het departement bevat 5 arrondissementen, en zijne hoofdstad is Angoulème. Weleer had het land een eigen graaf, doch in 1380 verviel het aan de Fransche kroon. Er zijn bloedige veldslagen geleverd tusschen de Franschen en Engelschen, alsmede tusschen de R. Katholieke en Protestantsche ingezetenen.
Het departement Charente inférieure, bestaande uit Aunis en gedeelten van Saintonge en Poitou, grenst ten zuiden en westen aan den Atlantischen Oceaan, ten noorden aan het departement Vendée en ten oosten aan het departement Deux Sèvres, en telt op 124 □ geogr. mijlen bijna 1/2 millioen inwoners. De bodem bestaat grootendeels uit drooggemaakte moerassen, en ruim de helft daarvan is ontgonnen. Behalve de Charente stroomt er de Gironde met een aantal zij-rivieren in het zuidelijke gedeelte, terwijl daarenboven kanalen het verkeer bevorderen. Nabij de zee bevinden zich zout-moerassen, die uitmuntend zout leveren, maar tevens zeer ongezonde dampen uitwasemen. Men verbouwt er graan, hennep en vlas, veel wijn, ooft, kastanjes, pruimen enz. De zee en de rivieren leveren er oesters en veel visch. Men vindt er een aantal fabrieken, en scheepvaart en handel zijn er van veel belang. Het departement is in 6 arrondissementen verdeeld en heeft La Rochelle tot hoofdstad.