Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Ceulen

betekenis & definitie

Ceulen (Van), onder dezen naam vermelden wij:

Pieter van Ceulen, een uitstekend en ijverig leeraar der Vlaamsche Doopsgezinden in de laatste helft der 16de eeuw. Toen hij zich in 1578 te Emden bevond, om te beraadslagen over eene duurzame verzoening van de Friesche en Vlaamsche Doopsgezinden — het houden van den Homster vrede, — werd aan hem en andere Doopsgezinde leeraars door die der Hervormde gemeente een openbaar twistgesprek aangeboden, waarbij de welsprekendheid en scherpzinnigheid van van Ceulen glansrijk te voorschijn kwamen. Niettemin werd hij door de Vlaamschen in den ban gedaan, en hij verloor daarbij zijne tijdelijke middelen, zoodat hij zich in 1583 bij de Friezen voegde. Een verzoek, aan de regéring van Franeker gedaan, om zich openlijk tegen Henricus Antonides te mogen verdedigen, die hem op den preêkstoel gelasterd had, werd toegestaan, doch het is ons niet bekend, dat daaraan gevolg werd gegeven. Intusschen hield hij in 1596 te Leeuwarden in de Galileërkerk een belangrijk geloofsgeding met den predikant Ruardus Acronius, en schoon van Ceulen onbedreven was in het Grieksch en Latijn en den 70-jarigen ouderdom bereikt had, wist hij zjjne stellingen zoo goed te verdedigen, dat zijn tegenstander zich geenszins op de overwinning kon beroemen. Het twistgesprek duurde van 16 Augustus 1596 tot 17 November van dat jaar, en wel gedurende 155 zittingen 2 uur vóór en 2 uur na den middag. Intusschen werd aan van Ceulen het volgende jaar verboden om te prediken. Het schijnt, dat hij zich toen te Sneek gevestigd heeft, en hij leefde nog in 1603, want in dat jaar werd door de Franeker en Harlinger Synode verzocht, dat de Staten van Friesland mogten letten „op de resolutie, gegeven anno 1597, als dat Pieter van Ceulen het predikambt in deze Landtschappen soude verboden worden”. — Hij schreef „Een waarachtige doch eenvoudighe wederlegginghe tegens dat lasterschrijven Ruardi Acronii (1598)”, — „Gesprek gehouden te Leeuwarden, in protocol van Leeuwarden (1597)”, — en „Brief ter vereeniginge der Vriezen” in het „Christelijk Huisboek” van Buyzen.

Ludolf van Ceulen, van Keulen of van Göllen. Deze werd in 1539 geboren te Hildesheim in Saksen en was onderwijzer in de wiskunde te Breda, toen te Amsterdam en eindelijk te Leiden, waar hij van de curatoren der hoogeschool in 1600 eene aanstelling ontving, om in de Nederlandsche taal de wiskunde te onderwijzen aan ingenieurs. Hij kweet zich met ijver van die taak tot aan zijn overlijden op den 31sten December 1610. Hij heeft zich vooral bekend gemaakt door de berekening van het Ludolfiaansche getal, dat in het cijfer 3 met een groot aantal decimalen de verhouding uitdrukt van de middellijn van een cirkel tot zijn omtrek, eerstgemelde als eenheid genomen. Dat getal, ook het getal ℏ genaamd, is 3,14159265358979323846 enz. Voorts schreef hij: „Ludolf van Ceulen, van den circkel, nog de tafelen sinuum, tangentium et secantium, ten laatste van intrest (1596)”, — „De arithmetische en geometrische fondamenten (1616)”, — en „Konstige vragen enz”.

< >