Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Emden

betekenis & definitie

Emden of Embden is de belangrijkste zee- en koopstad in de landdrostenij Aurich van het voormalig vorstendom Oost-Friesland, gelegen in het Pruissische gewest Hannover, niet ver van de Eems, die te voren langs hare muren vloeide, terwijl zij thans door middel van een kanaal, in 1847 aangelegd, gemeenschap heeft met die rivier.

Zij is eene wèl-gebouwde stad, van grachten doorsneden, welke van 4 sluizen en meer dan 30 bruggen voorzien zijn. Tot de merkwaardigste gebouwen behooren er het stadhuis, waar zich op eene bovenzaal eene belangrijke verzameling van oude wapens en wapenrustingen bevindt, — het wees- en armenhuis, en het muséum, waar inzonderheid een groot aantal in barnsteen bewaard gebleven insecten de aandacht boeit. Van de 8 kerken, waartoe het bedehuis der Doopsgezinden en dat der Israëlieten behooren, is de groote Hervormde Kerk met een in 1455 gebouwd koor het merkwaardigst. Men heeft er een uitmuntend gymnasium, vele scholen voor lager onderwijs, eene zeevaartschool, eene nijverheidsschool, een doofstommen-instituut, een natuurkundig genootschap, eene vereeniging voor oudheidkunde enz. Het aantal inwoners bedroeg in 1871 ruim 12500.

Tot de bronnen van bestaan behooren vooral scheepvaart, handel en visscherij, welke laatste in den jongsten tijd door eene maatschappij tot bevordering der haringvisscherij nieuwen steun heeft verkregen. Emden is door de Westbaan met het Europésche spoorwegnet verbonden. Voorts bloeijen er de scheepsbouw, de looijerij, de brandewijnstokerij, benevens eenige andere takken van bestaan. Aanvankelijk behoorde Emden tot Oost-Friesland, en vervolgens stond zij van het einde der 16de tot in de eerste helft der 18de eeuw onder de beschermheerschappij van Nederland, terwijl zij bij voortduring in oneenigheid verkeerde met de graven en vorsten van Oost-Friesland. In 1744 verviel zij met Oost-Friesland aan Pruissen, in 1806 aan Holland, in 1809 aan Frankrijk, in 1814 weder aan Pruissen, in 1815 aan Hannover, en in 1866 wederom aan Pruissen.