Bladkevers (Chrysomelida) noemt men eene talrijke familie van kevers uit de afdeeling der vierledigen (Tetramera) met de volgende kenmerken: de voelhorens zijn draad- of borstelvormig of kegelvormig, zelden zaagvormig, meestal korter dan de halve ligchaamslengte, zelden langer. De derde geleding is meestal 2-lobbig. Deze familie bezit een gedrongen, kort, meestal sterk gewelfd ligchaam, en dit is gewoonlijk licht of glansrijk gekleurd.
De donker- of bontgekleurde larven, meest lancetvormig van gedaante en met lange beenen voorzien, voeden zich, even als de volkomen kevers, met frissche bladeren. Daarom vindt men hen meer op kruiden dan op boomen, en vele soorten doen groote schade aan akkers en tuinen. Men kan ze van het hout verwijderen door de boomen te schudden, vooral in Mei en Junij, voordat de wijfjes eijeren gelegd hebben, terwijl men lage gewassen er van bevrijden kan door ze met tabaksnat te besproeijen. De larven van den blaauwen elzenkever (Agelastica alni Chev.) rieken naar amandelen ea zijn, volgens sommigen, een uitmuntend middel tegen tandpijn.