Baudart (Willem) of Wilhelmus Baudartius, werd geboren den 13den Februarij 1565 te Deinse in Vlaanderen. Zijne ouders, tot de belijdenis der Hervorming overgegaan, namen wegens dreigende vervolgingen de wijk naar Engeland, waar Willem te Sandwich en te Kantelberg zijne eerste opleiding ontving. In 1574 verloor hij zijn vader, en in 1577, na de Pacificatie van Gent, keerde hij met zijne moeder naar Vlaanderen terug.
Te Gent genoot hij onderrigt in de Oude talen, en begaf zich achtervolgens naar de Academie te Leiden en naar die te Franeker, waar hij zich door zijne talenten reeds zeer onderscheidde. Hjj werd daarna conrector te Sneek, en nadat hij er eenig geld verzameld had, bezocht hij de hoogescholen te Heidelberg en te Bremen.
In het Vaderland teruggekeerd, vertoefde hij eenige maanden te Franeker, liet zich te Leiden examinéren en werd tot de predikdienst toegelaten. Toen werd hij achtereenvolgens predikant te Kampen , te Lisse en te Zutphen. De Dordsche Synode benoemde hem met Bogerman en Bucerus tot vertalers van het Oude Testament.
Hij heeft eene lange reeks van boeken uitgegeven, van welke één (Apophtegmata Christiana) reeds bij zijn leven zesmaal is gedrukt, en een ander (Sica Tragica), aan prins Maurits opgedragen, van dezen eene gouden medaille heeft verworven. Het belangrijkst zijn voorzeker de “Memorijen ofte cort verhaal van de gedenkweerdichste geschiedenissen die veel licht verspreiden over de kerkelijke en staatkundige stormen in ons Vaderland in den aanvang der 17de eeuw.
De spreuk van Baudart was “Labor mihi quies (Arbeid is mij rust)”; hij overleed in 1640.