Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Banda-eilanden

betekenis & definitie

Banda-eilanden (De) of Muskaatnoot-eilanden vormen eene Nederlandsche eilan­dengroep in de zee van Banda tusschen 4 en 5° Z. B. en 129° 45' en 130° 30' O.

L. van Greenwich. Deze groep bestaat uit 6 bewoonde eilanden namelijk Banda (Groot-Banda), Neira, Goenong Api, Ay (Way), Khun en Rozengain met eene bevolking van ruim 6000 zielen, waaronder zich geen 500 Europeanen bevinden, — en uit 4 onbe­woonde eilanden, namelijk Poeloe Kapal, Poeloe Pisang, Poeloe Sethjan en het Vrouwen-eiland.

Het klimaat is er zeer afwisselend en wordt beschouwd als ongezond voor Europeanen. De bodem is er vulkanisch van aard, maar zeer vruchtbaar. In de verweerde lava groeijen de muskaatnotenboomen uitmuntend. Daarenboven is er de pisang, de kokosboom enz. De handel is er van weinig beteekenis en wordt door Chinézen gedreven. De hoogste berg verheft er zich op Goenong Api ter hoogte van 600 Ned. el. Aardbevin­gen hebben er dikwijls groote verwoestingen aangerigt.

Wild gedierte is er niet behalve op Rozengain wilde varkens en eene soort van wilde koeijen, en op Groot-Banda wilde zwijnen en herten. Er zijn groote en gevaarlijke slangen.

In 1512 kwam de Portugees Antoni d'Abreu te Banda en nam er eene lading muskaatno­ten in, terwijl zijne landgenooten vervolgens dien handel onderhielden. De eerste Neder­lander, die er verscheen, was Jacob van Heemskerk. In 1609 was de handel der Ne­derlanders er zeer levendig. In dat jaar sloot de zeevoogd Hoen met de Bandanézen een verbond, en na dien tijd bleven deze eilan­den onderworpen aan het oppergezag der Nederlanders, terwijl zij tusschen de jaren 1795 en 1814 tot tweemalen toe in de han­den der Engelschen zijn geweest.

Het voornaamste eiland, Banda-Lonthoir of Groot-Banda genoemd, is verdeeld in 3 distric­ten, Lonthoir, Voorwal en Achterwal, en bevat 25 perken van muskaatnoten-boomen. Ieder perk heeft zijn eigen naam en is bewoond door een Christen-perkenier met zijn huisgezin, zijne slaven en de gouvernements-bannelingen, die voor het gewas moeten zorgen. Het grootste perk levert jaarlijks ongeveer 16000 Ned. mud muskaatnoten en 4000 Ned. pond foelie.

Groot-Banda is tevens eene Indische verbannings-plaats.

< >