Alcuinus (Flaccus Albinus) was de vriend en vertrouweling van Karel de Groote en tevens, een der geleerdste mannen zijner eeuw. Hij was de spruit van een Angelsaksischen stam en werd in 735 te York geboren, waar hij in eene kloosterschool zijne opleiding ontving. Reeds vroeg onderscheidde hij zich door wetenschappelijke kennis en zuivere zeden. De bisschop van York plaatste hem in 758 aan het hoofd der zoo even genoemde school, en na den dood van dezen beschermheer werd hij naar Rome gezonden (781), om er het pallium en den apostolischen bevestigingsbrief te halen voor den pasgekozen bisschop.
Op deze reis ontmoette hij te Parma Karel de Groote, die den uitstekenden geleerde naar zijn Hof lokte en hem deelgenoot maakte van de weidsche plannen, die hij ter bevordering der beschaving had opgevat. Gedurig plaatsten zich de Keizer en diens zonen als leerlingen aan zijne voeten. Dat voorbeeld werd door de aanzienlijken nagevolgd, en in het barbaarsche Frankische Rijk ontstonden scholen in alle groote steden. Ofschoon Alcuinus het onbepaald vertrouwen des Vorsten genoot, dreef hem een onweêrstaanbaar verlangen naar de stilte van zijn klooster te York (790). Na verloop van twee jaren gaf hij echter aan de dringende roepstem des Keizers gehoor en verscheen om eenige kerkelijke twisten te bevredigen en het onderwijs te verbeteren. Nadat een en ander naar wensch gelukt was, begaf hij zich naar het klooster Tours en stichtte hier eene school, die eeuwen lang de voornaamste zetel was der wetenschap in het Westen. Tot aan zijn dood (19 Mei 804) bleef hij aan het hoofd dezer inrigting. Alcuinus bekleedt eene hoogst eervolle plaats in de geschiedenis der beschaving. Niet alleen heeft hij de stichting van talrijke kloosterscholen bevorderd, maar ook gezorgd voor de vervaardiging van naauwkeurige afschriften van belangrijke werken. Eene volledige uitgave van 't geen hij zelf in geschriften heeft nagelaten — aanteekeningen op den Bijbel, leerredenen, strijdschriften, zedekundige, wijsgeerige en sterrekundige verhandelingen, levensbeschrijvingen van Heiligen, gedichten en 232 brieven — is door Frobenius geleverd (Regensburg 1776).
