Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Achalzik

betekenis & definitie

Achalzik (Achaltsike, Achiska) of “nieuwe vesting,” zoo heet een gedeelte van het roesino-Imerethisch gouvernement van Russisch Transkaukasië op het gebied van den bovenloop der Koer. Het grenst ten noorden en noordoosten aan Tiflis en Alexandropol en ten zuiden aan de Turksche gewesten Tsjaldir en Kars.

De bodem geeft er getuigenis van de werking der vulkanische krachten, de dalen van de Koer en van de Poskho dragen er uitmuntende graanvelden en weiden , en aan de berghellingen wast eene edele druif. Over het geheel echter is er de grond woest en kaal. Voorheen (200 jaar na Chr.) was Achalzik een gedeelte van de Armenische provincie Daikh — eene der 15, waarin het koningrijk Armenië toen verdeeld was. Bij den ondergang van dit laatste zochten de Grieksche keizers dat gebied te annexeren, maar te vergeefs. Later kwam het met den naam van Semo-Karthli onder de heerschappij der Georgische koningen. Toen deze, door de Turken en Perzen belaagd, hunne magt begonnen te verliezen, herkreeg Achalzik onder eigene vorsten zijne zelfstandigheid. Eén van hen, Manu-Sjeher, omhelsde in 1580 de Mohammedaansche godsdienst, noemde zich Atta-Bey en verkreeg de waardigheid van Pasja van Achalzik. HU hield zijn verblijf te Olti, maar zijne 'opvolgers vestigden zich in de nieuwe stad Achalzik. Later werd het land een poos afhankelijk van de Perzen, maar tijdens de regering van Amurat IV zag het zich daarvan bevrijd door Hassan-Pasja, die tot vorst des lands werd verheven. Omdat de inwoners van Achalzik hunne schatting niet naar eisch betaalden, zond sultan Achrnet III zijn veldheer Pelewan-Pasja met 25000 man uitgelezene troepen derwaarts, die volkomen werden geslagen. Nu bleef het land onafhankelijk tot den vrede van Adrianopel (1829), toen het grootendeels aan Rusland werd afgestaan.

De hoofdstad en de vesting Achalzik, aan de Poskho of Dlaki gebouwd, telt ruim 13000 inwoners. Zij bezit onderscheidene Armenische kerken en eene synagoge, en van de moskeën, die er zich voorheen ten getale van 28 verhieven, is eene zeer fraaije in eene Russische kerk herschapen. De stad werd den 27sten Augustus 1828 door den Russischen veldmaarschalk Paskewitsj ingenomen. Vruchteloos zochten de Pasjas van Kars en Erzerum, aan het hoofd van 18000 man, haar te hernemen. Veiligheidshalve heeft men aan de overzijde der rivier eene nieuwe stad van dien naam gebouwd. Achalzik heeft intusschen onder hare tegenwoordige beheerschers hare voormalige belangrijkheid als handelsplaats grootendeels verloren.

< >