Wat is de betekenis van koer?

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

koer

(19e eeuw) (< Fr. cour) (Vlaanderen, euf.) toilet, w.c. Eigenlijk: binnenplaats. Het toilet stond vroeger buitenshuis. 'Naar de koer gaan'. Syn.: bestekamer*, bureau*, kabinet*, vertrek*. • Zij staat in den avond naast Koelie aan de deur, en kijkt naar hem op, voor het eenvoudigste ding, om bijvoorbeeld eens naar de koer te mogen. (Louis P...

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

koer

koer - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koeren ♢ Ik koer 2. gebiedende wijs van koeren koer! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koeren koer je? Zie ook kø...

2024-03-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

koer

(binnen)plaats Ik had geklopt en hij had niet geantwoord, en ik peinsde, hij is van achteren op de koer bezig aan zijn brommer. Maar wat zie ik. Hij ligt daar met heel z'n spel open en bloot op z'n bed. (Koenraad Goudeseune, De Brakke Hond, jrg. 10) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 5 Vlaamsheid: 5

2024-03-29
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

koer

(zn) roepnaam voor het varken LC.

2024-03-29
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

koer

In Vlaanderen nog steeds een ietwat afgesleten aanduiding van de plaats waar de toiletten zijn, doorgaans in openbare gelegenheden zoals cafés. Eigenlijk: binnenhof, binnenplaats. Hij raapt nog even het gevallen goudstuk op, en haast zich dan eerst nog eens naar de koer. Louis Paul Boon: De bende van jan de Lichte. 1975

2024-03-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

koer

(de, -en) binnenplaats, binnenplein, speelplaats, schoolplein, plaats waar de toiletten zijn zie toilet, wc

2024-03-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Koer

[Fr. cour= hof] (Z.N.) binnenplaats met WC.

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

koer

gekoer, ‘n geluid maak soos ‘n duif; vry ,die hof maak.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Koer

(<Fr.), m. (-en), (Zuidn.) open plaats bij of binnen een huis, binnenplaats; — speelplaats; — plaats waar de privaten zijn.