Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Tiflis

betekenis & definitie

Tiflis, een gouvernement van het Russische stadhouderschap Caucasië, telt op 734,4 ▢ geogr. mijl omstreeks 663000 inwoners, van welke het vierdedeel de Mohammedaansche godsdienst belijdt, en strekt zich uit aan beide zijden van de Koera-rivier noordwaarts tot aan den kam van het Caucasisch gebergte en zuidwaarts tot aan de hoogvlakte van Arménië. Alleen in het midden heeft men er vlakten en steppen, maar het is over het geheel eene vruchtbare bergstreek met veel wijnbouw, onderscheidene petróleumbronnen en vermaarde minerale baden. Het westelijk gedeelte wordt doorsneden door den spoorweg Poti-Tiflis, en het gouvernement is verdeeld in 8 arrondissementen. De evenzoo genoemde stad telt ongeveer 92000 inwoners (behalve een garnizoen van 13000 man); zij is amphitheatersgewijs gelegen in een naauw dal aan beide zijden van de Koera.

Men vindt in den bouwtrant en in de levenswijs der ingezetenen een mengsel van Aziatische en Europésche zeden en gewoonten. Zij is in zes wijken verdeeld, en de Europeanen wonen er hoofdzakelijk in de fraaije Sololaki-wijk, waar zich onderscheidene paleizen verheffen, en in de Koeki-wijk aan de andere (linker) zijde der rivier. Tiflis is de residentie van den stadhouder van Caucasië, alsmede van de hoogste militaire, burgerlijke en geestelijke waardigheidsbekleeders in dit stadhouderschap. Men heeft er onderscheidene kerken en kloosters, 2 moskeeën, verschillende Russische scholen van hooger onderwijs, onderscheidene Christelijke en Mohammedaansche scholen van lageren rang, eene belangrijke openbare boekerij, wetenschappelijke vereenigingen, een kabinet voor natuurlijke historie, een natuurkundig observatorium, een botanischen tuin en eenige fabrieken. Voor den handel is Tiflis van veel belang wegens den kunstweg over den Caucasus en den spoorweg naar Poti.

De stad is in 450 na Chr, gesticht, was geruimen tijd de zetel der Koningen van Georgië, maar werd ten gevolge der Aziatische volksverhuizingen meermalen verwoest. In het begin der 17de eeuw kwam zij in het bezit der Turken, maar werd door den Georgischen koning Roestoem (1636—1658) heroverd en van vestingwerken voorzien. In den aanvang der 18de eeuw maakten de Turken zich nogmaals van haar meester, doch zij werden in 1735 door sjach Nadir verdreven, waarna de Georgische koning Theimoeras den troon beklom. Onder diens zoon Irakli (Heraclius) bereikte de stad het toppunt van bloei; maar in 1795 verjoeg een Pers, Aga Mohammed genaamd, den khan Irakli, legde de stad in asch en voerde 30000 menschen als slaven mede. Een nieuw tijdperk van opkomst voor Tiflis begon in 1802 met de heerschappij van Rusland over Georgië.

< >