trek - Zelfstandignaamwoord
1. iets dat iemand karakteriseert
♢ Dat is echt een trekje van die familie
2. (biologie) de reis die een soort afhankelijk van de seizoenen aflegt (migratie, trektocht)
♢ De trek is nog niet begonnen.
3. verlangen naar eten
4. tocht, luchtstroom
trek - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trekken
♢ Ik trek
2. gebiedende wijs van trekken
♢ trek!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trekken
♢ trek je?
Synoniemen
[3] honger, eetlust, appetijt
Verwante begrippen
[1] gelaatstrek, karaktertrek, tic, zenuwtrek
Gepubliceerd op 01-11-2017
trek
betekenis & definitie