Gepubliceerd op 13-11-2017

echt

betekenis & definitie

echt - Zelfstandignaamwoord
1. de huwelijkse staat
In de echt verbonden.

echt - Bijvoeglijk naamwoord
1. waarachtig, juist, niet vervalst, authentiek
Dit zijn echte parels.

echt - Bijwoord
1. heus (om de stelligheid van een bewering te benadrukken)
Hij zingt echt mooi
2. dat is echt ....:typisch
Om op een sollicitatiegesprek te laat te komen is echt iets voor hem.

echt - Werkwoord
1. enkelvoud tegenwoordige tijd van echten
2. gebiedenwijs van echten

Synoniemen
[1] huwelijk