Gepubliceerd op 04-12-2017

lid

betekenis & definitie

lid - Zelfstandignaamwoord
1. iemand die behoort tot een groep, vereniging, organisatie of sekte
De NCRV heeft nieuwe leden nodig om deze te kunnen blijven uitzenden!
2. deel van een paragraaf van een wetsartikel
De tekst van art. 269, derde lid, b), is van toepassing vanaf 10.01.2005.
3. mannelijk geslachtsdeel
Zijn lid in mijn mond.
4. ooglid
5. (anatomie) deel van het lichaam
6. (biologie) deel van een insect
7. (biologie) deel van de stengel dat zich tussen de twee knopen bevindt
De knoop is de plaats waar een blad aan de stengel vastzit en een lid is een stuk stengel tussen twee knopen.
8. (taalkunde) deel van een samengesteld woord
Het eerste lid van een samenstelling.
9. (verouderd) deksel

Uitdrukkingen en gezegden
♦ Iets onder de leden hebben
niet helemaal gezond zijn

Synoniemen
[3] penis
[4] ooglid
[5] ledemaat
[8] morfeem

Verwante begrippen
[1] vereniging