kroon - Zelfstandignaamwoord
1. (adel) hoofddeksel dat door een vorst gedragen wordt
2. (overdrachtelijk) metafoor voor de “vorst”
♢ Daarvoor is toestemming van de kroon noodzakelijk.
3. belangrijk, het belangrijkste, vooral gebruikt in samenstellingen
♢ De kroongetuige bleek niet betrouwbaar te zijn.
4. (overdrachtelijk) verwijzing naar de vorm van #1
♢ Hij heeft een kroon in zijn gebit.
5. (numismatiek) de munteenheid van o.a. Noorwegen en Zweden
6. een lichtbron bestaande uit een krans van lichtbronnen
♢ Na het aansteken de kaarsen werd de kroon weer opgehesen.
kroon - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kronen
♢ Ik kroon
2. gebiedende wijs van kronen
♢ kroon!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kronen
♢ kroon je?
Woordherkomst
Van het Latijnse corona.
Verwante begrippen
[1] diadeem, hoed, hoofddeksel, rijksappel, scepter, [3] hoofd, top, [4] krans, kring, [5] dollar, euro, pond, rand, [6] kandelaar, lamp, lichtbron, stralenkrans, toorts, luchter
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: