Gepubliceerd op 31-10-2017

adel

betekenis & definitie

adel - Zelfstandignaamwoord
1. (adel) bevoorrechte en vaak ook rijke groep personen aan wie een meest erfelijke titel verleend was en aan wie voorheen een bepaald gebiedsdeel in eigendom gegeven was
In die tijd beschouwden velen de adel als een verzameling parasieten.
De graaf van Almelo is van adel.

adel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van adelen
♢ Ik adel
2. gebiedende wijs van adelen
adel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van adelen
adel je?

Woordherkomst
uit het Duits