Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Gepubliceerd op 25-04-2022

Nederlandsch

betekenis & definitie

In Suriname, eene kolonie van Nederland, is het Nederlandsch de officieele taal en het wordt er zooveel gesproken, dat men Suriname de meest Nederlandsche kolonie heet. De verbreiding van het Ned. in S. had geleidelijk plaats.

De eerste Europeesche taal, waardoor men ginds zich verstaanbaar maakte was het Engelsch. Ofschoon de Hollanders in 1667 de kolonie op de Engelschen veroverden en haar onafgebroken behielden tot 1799, had de Engelsche taal reeds zoodanig veld gewonnen en vooral in verbasterden vorm zich ingeburgerd bij de slaven en de lagere klassen, dat het Nederlandsch beperkt bleef tot een kleinen kring. Hierbij kwam dat tot in het midden der 19e eeuw de Hollanders hunne taal als een soort kaste-taal beschouwden en haar ongaarne door hunne minderen hoorden bezigen; voorts dat in de leidende klasse het aantal Hollanders in verhouding tot de Portugeesche Joden, die een andere taal spraken, steeds zeer gering was, en eindelijk, dat de verbreiding van den godsdienst onder de lagere bevolking en de slaven voor het grootste gedeelte overgelaten was aan vreemdelingen (Duitsche Hernhutters). Dit laatste vooral heeft de ontwikkeling van het Nederlandsch zeer belemmerd. De Hernhutters bedienden zich van het Neger-Engelsch, niet alleen bij de verkondiging van het Evangelie, maar ook bij het gewoon onderwijs aan de kinderen en zulks was tot in het laatste vierde deel der vorige eeuw nog het geval. De arbeid van den eersten Inspecteur voor het Onderwijs (1878-1907) heeft hierin geleidelijk verbetering gebracht; thans is het Nederlandsch op alle scholen (met uitzondering van de Hernh.-bewaarscholen) de voertaal van het onderwijs en ook bij de godsdienstoefeningen - hoewel nog niet bij alle - wordt nu het Nederlandsch ook door de Hernh. gebruikt.Onder de geheele inheemsche bevolking (met uitzondering van Boschnegers en Indianen) wordt Nederlandsch gesproken en verstaan, en zelfs onder de ingevoerde Br. Indische bevolking maakt de kennis dier taal vorderingen. De omgangstaal van het volk is het Nederlandsch evenwel niet.

Het Nederl. wordt is Suriname vrij zuiver gesproken. Doordien de Hollanders, die in den loop der tijden naar de kolonie overstaken uit verschillende provincies afkomstig waren, hoort men er allerlei gewestelijke uitdrukkingen. Tot de onzuiverheden kan men rekenen de woorden die, via het Neger-Engelsch, uit het Fransch, Portugeesch en Engelsch overgekomen zijn; tot de eigenaardigheden de vele vreemde woorden, dikwijls van onbekende herkomst, die geen Nederlandschen synoniem hebben en ter aanduiding dienen van lokale zaken en toestanden.

Hier en daar laten woord- en zin-accent (een gevolg van den invloed der Romaansche talen en van het Neger-Engelsch) te wenschen over, en verraden de uitspraak van a en w den invloed van het Engelsch; ook de k wordt onder den invloed van onbeschaafd Engelsch (care = tjare) niet zelden liquide uitgesproken vóór de i en de e, b.v. tjip (kip) en tjeel (keel).

Deze gebreken schijnen gemakkelijk te overwinnen en verdwijnen allengs.

Met uitzondering van een stichtelijk blaadje, een nieuwsblad met algemeenen inhoud en een Engelsch blaadje, verschijnen alle couranten in het Nederlandsch.

Op de Nederl. W.-I. Eilanden is het Nederlandsch de officiëele taal, de taal der ambtenaren. Op de hoofdplaats van Curaçao kan elk beschaafd Curaçaoënaar Hollandsch spreken, lezen en schrijven; toch wordt deze taal weinig gebruikt, veel minder dan het Spaansch en het Engelsch, hetgeen te verklaren is uit de geschiedenis van het eiland. De Curaçaoënaar heeft grooten aanleg voor het spreken van vreemde talen; het is dan ook geen zeldzaamheid, waar eenige menschen gezellig vereenigd zijn, drie of vier verschillende talen te hooren spreken. De omgangstaal van het volk en zelfs van de groote meerderheid der ontwikkelden is echter het Papiamentsch (zie aldaar).

Op Aruba en Bonaire, waar ook Papiamentsch gesproken wordt, hoort men weinig Hollandsch. Op de Bovenwindsche eilanden spreekt men Engelsch. Niettegenstaande het Hollandsche onderwijs op de scholen, is het niet te verwachten dat het Engelsch op de Bovenwindsche en het Papiamentsch op de Benedenwindsche eilanden verdrongen zullen worden.

Over de taalkwestie op deze Nederlandsche eilanden is er heel wat te doen geweest. Men zie daarover o.m. M.D. Teenstra, De Nederl. W.I. Eilanden, Amst. 1836, I 182; G.A.F.

Molengraaff. De geologie van het eiland St. Eustatius, Leiden 1886, blz. 4-7; K. Martin, Westindische Skizzen, Leiden 1887, blz. 111 en 124; H. van Kol, Naar de Antillen en Venezuela, Leiden 1904, blz. 175,196,277 en 383-386; Dr. Hendrik P.N. Muller, Door het land van Columbus, Haarlem 1905, blz. 415-418;

J.H.M. Chumaceiro, De Nederl. taal op Curaçao, in het Curaçao-nummer van Neerlandia, Juli-Aug. 1905, blz. 156-158; H. Michelsen, Hetopenb. onderw, op Curaçao, in het zelfde tijdschr. blz. 148 en 149; P.A. Euwens, Het verval van Curaçao, in Neerlandia 1906 blz. 21-29; Idem in idem, Het beschavingswerk op Curaçao, blz. 45-48 en 87-88. G.J. van Grol. Het eiland St. Eustatius. Ind. Mercuur 19 Maart 1907, blz. 9 van den overdruk; J.A. Snijders, De Nederl. taal op de Benedenw. eilanden onzer Kolonie Curaçao, in De Vragen van den Dag, 1907, blz. 835-839, 842-846, 920-928; M. Victor Zwijsen. De Kolonie Curaçao, in Onze West (uitgave v.d. Vereeniging Oost en West. 1910, blz. 52-54). Dr. Jacq. van Ginneken S.J. Curaçaose en Arubaansch Nederlandsch, in Handboek der Nederl. Taal, Nijmegen 1913, I, blz. 275-277. Kol. Verslagen, in het bijzonder 1910, bijlage L en 1914, bijlage M.

Van de talrijke nieuwsbladen op Curaçao verschijnen er vier in het Nederlandsch, 1 in het Spaansch en 1 in het Papiamentsch.