Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Gepubliceerd op 25-04-2022

Musea

betekenis & definitie

De ethnografica van West-Indië, die hetzij als verzamelingen, hetzij als enkele voorwerpen naar Nederland zijn gebracht, hebben grootendeels een onderkomen gevonden in de musea voor volkenkunde, zooals ons land er enkele groote en zeer veel kleine kan aanwijzen. Hieronder volgt een overzicht van de West-Indische collecties in de groote musea.

's Rijks Ethnographisch Museum, Leiden, bezit huisraad, wapens, gereedschap, kleeding, sieraden, muziek-instrumenten, speelgoed, aardewerk, gereedschap voor de vischvangst, huismodellen, bijlen en andere oudheden; de oudste schenking dateert van 1858 (Jhr. C.A.v. Sypesteyn), de jongste van 1912 (A. Ph. Penard). In 1882 kreeg het museum voorwerpen van de Parijsche tentoonstelling; in 1883 van het Kabinet van Zeldzaamheden; in 1885 van de Amsterdamsche tentoonstelling

van 1883. De herkomst der onderscheiden collectie's is: Suriname, Curaçao, Aruba en Bonaire.

Het Ethnographisch Museum van Natura Artis Magistra, Amsterdam, dat ingelijfd zal worden bij het Kol. Instituut, bevat uitgebreide verzamelingen afkomstig van de Nederl. Kol. Vereeniging, de Kleederdracht-tentoonstelling te Amsterdam (1898), van de heeren Daniel de Silva, J. van Doorn (1908), J.E.H. van der Bom (1905), zoomede een groot aantal kleinere.

Het Koloniaal instituut(zie aldaar), afd. Volkenkunde, Amsterdam. In deze inrichting zullen geplaatst worden de verzamelingen medegebracht door de Gonini-, de Tapanahoni en de Toemoek-hoemak-expedities, die nog in 's Rijks Ethnogr. Museum te Leiden bewaard worden. De ethnografica van de Corantijn-expeditie zijn reeds in het bezit van het Kol. Instituut. Een uitgebreide verzameling, van de Boschnegers en de Indianen afkomstig, werd in 1914 geschonken door Mr.

G.J. Fabius te Amsterdam.

Het Museum voor volkenkunde, Rotterdam, bezit eene verzameling voorwerpen van Surinaamsche Indianen en Boschnegers, hoofdzakelijk door aankoop verkregen; voor een kleiner deel zijn het geschenken van de volgende personen: E.E. St. Martin (1885), A. Weruméus Buning (1886/7), mevr. B.C.v.d. Ende-Ledeboer (1894), J.S.

Surie (1900), G. Verschuur (1907), E. Heldring (1907).

De fauna van West-Indië heeft een schuilplaats gevonden in 's Rijks Museum van natuurlijke historie, Leiden; uit Suriname ontving het museum o.a.: van H.H. Dieperink, dieren (1824-32); F. Voltz, mollusken (1853-56); van W.J. Bresser, zoogdieren, vogels, reptiliën (1862-1867); van C.J. Hering, gewervelde dieren (1883); van F.F. Steenberghe, reptiliën, insecten (1864); J.R.H.

Neervoortvan de Poll, insecten (1885); dr. H. ten Kate, insecten, mollusken (1886); F.P. en A. Ph. Penard, vogeleieren (1908); dr. J.H. Spitzly, insecten, reptiliën (1884-88); dr.

H. van Cappelle, insecten, mollusken, gewervelde dieren (1900); D. Bolten, dieren (1910); Jhr. W.C. van Heurn, dieren (1911). Uit Curagao: van dr. Carl Epp, reptiliën, insecten, mollusken; A.J. van Koolwijk, mollusken, koralen (1880); J.R.H. Neervoort van de Poll, lagere dieren (1886); A.A.J.

Schilt, insecten, reptiliën (1900); dr. P.C. Th. Lens, insecten, reptiliën (1904). Uit Aruba: van A.J. van Koolwijk, insecten, crustaceeën, mollusken, koralen (1862,1886). Uit Bonaire: van A.A.J.

Schilt, reptiliën en insecten (1900). Uit Saba en St. Eustatius: van dr. J. Boldingh, insecten en hagedissen (1906). Van St.

Martin bezit het museum niets. Het best vertegenwoordigd is de fauna van Suriname, voornamelijk de vertebraten; volledig is deze collectie echter niet en die van de eilanden zijn zeer onvolledig.

Het Koloniaal Museum, Haarlem, herbergt zeer heterogene verzamelingen uit West-Indië afkomstig, zoowel ethnografica, als monsters uit het plantenen dierenrijk en herbaria. Een en ander is bestemd om bij de verschillende afdeelingen (volkenkunde, handelsmuseum, enz.) van het Koloniaal Instituut te worden ingelijfd. Hieronder volgt een overzicht, chronologisch gerangschikt, van de bestanddeelen van het Koloniaal Museum, voor zoover zij uit West-Indië afkomstig zijn.

Houtmonsters in 1839 medegebracht door den heer Janssen; Jhr. C.A. van Sypesteyn, 's Gravenh.: houtmonsters (1866); Commissie der Surinaamsche Tentoonst., Paramaribo 1876: voedings- en geneesmiddelen, vezelstoffen, oliën, vetten harsen, enz. Dept. van Koloniën: Surinaamsche Commissie voor de Parijsche Tentoonst.: voedingsmiddelen, houtsoorten, vezelstoffen, oliën, vetten, harsen, enz. (1879). A.J. van Koolwijk, Aruba: inl. geneesmiddelen, oliën, vetten, gommen, harsen, ertsen, mineralen, vlechtwerk (1882/1889). C.H. van Meurs, Paramaribo: aardewerk, houtsnijwerk, opgezette dieren (1886/1888). Jhr.

H.G. Quarles van Ufford, 's Gravenh. Surinaamsche vogels (1887). Jhr. L.C. van Panhuys: ethnographica, verzameld bij de Aucaner Boschnegers, gedurende zijn verblijf te Albina (1893/1896). Dr.

H.D. Benjamins (door tusschenkomstvan het Dept. v. Koloniën): houtmonsters (1896). J.F. Pool, Suriname: plantaardige en dierlijke producten (1896/1897). Nat.

Tentoonst. van Vrouwenarbeid, 's Gravenh.: ethnographica (1898). Alle voorwerpen (ethnographie, geologie, botanie en zoölogie) van de West-Indische Tentoonst. te Haarlem 1899, bijeengebracht door de Comm. van de Tent. en versch. andere inz. (hieronder een rijke collectie groote foto's van Suriname, door Julius E. Muller gemaakt en geschonken). J.O. Harken, Paramaribo: houtmonsters (1899). J.R. de la Parra, Paramaribo: herbarium van West-Indische planten (1900).

G.J. van Groll, Gezaghebber van St. Eustatius: plantaardige en dierlijke producten van het eiland. Herbarium verzameld door Mevr. v. Groll (1904-'05). A.L.W. Lionarons, Saba: herbarium van planten van Saba (1907).

Dr. I. Boldingh, Utrecht: herbarium van planten van Aruba, Bonaire en Curaçao (1914). De verzamelingen bijeengebracht door de Gonini-, Tapanahoni-, Toemoekhoemak- en Corantijn-expedities. De drie eerstgenoemde verzamelingen blijven voorloopig in het Ethnogr. Museum te Leiden, terwijl laatstgenoemde berust bij de Afd.: ‘Volkenkunde’ van het Kol. Instituut te Amsterdam.

Het Geologisch mineralogisch Museum, Leiden, bevat verzamelingen van Suriname en de eilanden.

Koloniaal Museum, Paramaribo. In de zestiger jaren der vorige eeuw ontving het Surinaamsche gouvernement van den heer J.M. Jansen Eycken Sluiters een schenking van een verzameling zoölogica (zie BIBLIOTHEKEN). Langzamerhand werden hierbij gevoegd ethnologica, oudheden en geologica. De naam museum was te weidsch voor deze heterogene verzameling, zooals men ze in kleine steden veel vindt, maar ze vormde een kern voor een later te stichten museum en bevatte verscheidene zeldzame stukken. Bij gouv. resolutie van 16 Mei 1908 werd dit museum opgeheven en werden de daarin aanwezige voorwerpen aan de openbare en bijzondere scholen - waar ze van weinig nut zijn - afgestaan (zie Kol. Verslag, Suriname 1908, § I, noot).

Curaçao bezit een koloniaal- en schoolmuseum, gevestigd in een der zalen van de Hendrikschool (zie Kol. Verslag Curaçao 1910, hoofdst. B).

< >