Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Tram

betekenis & definitie

Onder tramwegen verstaan we in het algemeen spoorwegen met beperkte snelheid, die op of langs openbare wegen zijn aangelegd en alleen bij uitzondering een eigen, afgerasterde baan bezitten.

In den regel is de snelheid der tramtreinen beperkt tot max. 45 k.m. per uur.

Er zijn tweeërlei tramwegen: de stadstram, die thans veelal electrisch wordt voortbewogen, en de interlocale tram, die verschillende gemeenten verbindt en op verschillende manier wordt voortbewogen.

Het woord tram (zie onder: Spoorwegen) moet de verbastering van den naam van den uitvinder: Outram zijn. De eerste tramwegen verschenen in het jaar 1852 in Amerika, het volgende jaar in Parijs, en negen jaar later te Londen. In 1864 kwam na veel moeilijkheden de tramweg den Haag—Scheveningen tot stand. Eerst in 1875 deed de stadstram haar intrede te Amsterdam en spoedig volgden nu ook Haarlem, Dordrecht, Rotterdam, den Haag en Utrecht. Dit waren paardentrams, die na 1899 meestal in electrische trams zijn veranderd.

De meeste tramwegen hebben een minder breed spoor dan de spoorwegen. Hun exploitatie is goedkoper dan die van een spoorweg. De onderhoudskosten van de baan enz. zijn geringer.

De stadstrams vervoeren uitsluitend personen, de plattelandstrams daarnaast veelal ook goederen.

De tramwegen moeten tegenwoordig scherp tegen de autobus concurreren. Op allerlei wijzen trachten de tramwegen den strijd (met staatssubsidie veelal) vol te houden. Vele hebben ook autobussen in dienst.

De tram heeft tegenover de autobus het voordeel, dat een vermeerdering van vervoer weinig vermeerdering van kosten met zich brengt. Immers men kan een wagen aankoppelen en dan 60—100 reizigers meer meenemen. Bij autobussen moet er voor elke 25 à 30 reizigers een bus zijn.

In enkele buitenlandse steden, speciaal in Londen, en ten onzent te Groningen, heeft men trolley-bussen, bussen dus, die de (goedkope) electrische drijfkracht via de trolley (beugel) uit de boven den weg gespannen draad halen, doch niet op rails, lopen en dus vlug kunnen uitwijken.