Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Oldenbarneveldt

betekenis & definitie

Een van de belangrijkste staatslieden, die Nederland ooit gehad heeft, was Johan van Oldenbarneveldt, geboren op 14 September 1547 te Amersfoort. Zijn uitnemend verstand ontwikkelde hij aan verschillende buitenlandse hogescholen, waar hij studeerde in de rechtsgeleerdheid.

Tenslotte vestigde ftij zich als advocaat te ’s Gravenhage (1569); hij werd pensionaris van Rotterdam (1579), terwijl hij in 1586 landsadvocaat van Holland werd. Hij behoorde tot de beste vrienden van Willem den Zwijger; zijn verstandhouding tot diens opvolger Prins Maurits was echter minder goed.

Oldenbarneveldt was vanzelfsprekend de staatkundige leider. Prins Maurits echter, meer krijgsman dan staatsman, was de militaire leider en deze twee machten kwamen wel eens in botsing.

Reeds in 1600 moet wegens de expeditie naar Duinkerken een verwijdering tussen hen beiden zijn ontstaan.

In 1602 bracht Oldenbarneveldt de oprichting van de Oost-Indische Compagnie tot stand en ging hij er hoe langer hoe meer voor gevoelen vrede met Spanje te sluiten, ook wegens den slechten toestand der financiën. Maurits daarentegen wenste den oorlog voort te zetten en een blijvenden vrede op gunstige voorwaarden af te dwingen. Tegen Maurits’ zin werd in 1609 het Twaalfjarig Bestand gesloten; reeds spoedig openbaarden zich de godsdienstige twisten tussen de Arminianen (Remonstranten) en de Gomaristen (Contra-Remonstranten). Maurits met het leger en de militaire partij behoorden tot de Contra-Remonstranten; de Hollandse kooplieden, de vroedschappen en Staten van Holland waren voor het merendeel Remonstrant. Van Oldenbarneveldt sloot zich hierbij aan, al hoorde hij zelf tot geen der beide godsdienstige richtingen.

De verwijdering tussen deze beide mannen, aan wie ons vaderland zoveel verschuldigd is, werd hierdoor steeds groter, vooral toen Maurits luide verklaarde, dat hij den godsdienst van zijn vader desnoods met het zwaard zou verdedigen. De Staten van Holland, waarin van Oldenbarneveldt overwegenden invloed had, vaardigden toen de zgn. Scherpe Resolutie uit, waarbij, zoals vroeger meer gebruikelijk was, de steden het recht kregen „waardgelders” in dienst te nemen; een soort burgerwacht, die zou verdedigen, wat zij voor goed en waar hield, en waarbij verder bepaald werd, dat het leger gehoorzaamheid verschuldigd was aan dat Gewest, dat het bekostigde. Daar Holland bijna alle oorlogslasten droeg, was het niet onduidelijk, wie nu het leger zou bevelen. Een burgeroorlog stond voor de deur, doch de Staten Generaal grepen in en gelastten Maurits de waardgelders af te danken, terwijl van Oldenbarneveldt en enigen zijner medestanders (o.a. Hugo de Groot) gevangen genomen werden (1618) en in het fort Loevestein werden opgesloten (vandaar de naam: Loevesteinse factie).

Aangeklaagd wegens hoogverraad, werd van Oldenbarneveldt voor een bijzondere rechtbank gebracht, bestaande uit 24 leden, bijna allen persoonlijke vijanden van hem, welke op zeer zwakke gronden het doodvonnis over hem velde. Bemiddeling om gratie voor hem te verkrijgen, mislukte; — zelf weigerde hij er om te vragen en op den I3den Mei 1619 werd het vonnis voltrokken.

De Staten van Holland vermeldden dit feit in hun resolutieboek met bijvoeging dezer woorden: „hij was een man van grooten bedrijve, besoigne, memorie en directie; ja singulier in alles”.