Masaryk werd in 1850 te Göding in Moravië geboren. Hij promoveerde aan de Weense universiteit tot doctor in de Philosophie en werd in 1882 benoemd tot hoogleraar aan de pas gestichte Tsjechische universiteit te Praag, de hoofdstad van het toenmalige Bohemen.
Wie het leven van dezen groten man tracht te overzien, zal bemerken, dat het geheel wordt beheerst door zijn grote liefde voor zijn vaderland. Doch deze liefde was geen blinde voorkeur voor eigen ras- en taalgenoten, doch een liefde, die berustte op het diepste begrip van de geestelijke en zedelijke waarden van het leven.
Voor hem was een volk een levend lichaam, dat door ieder lid van dat lichaam tenvolle moest worden erkend en begrepen, niet alleen om zijn roeping tegenover dat volk, doch ook om zijn roeping als mens tegenover de ganse wereld te kunnen vervullen. Deze gedachte verklaart de volharding en het beschaafde karakter van den strijd, dien hij voerde, eerst voor de handhaving van de Tsjechische cultuur temidden van vreemde invloeden, later voor de uitdrukking van die zelfstandigheid in de schepping van een nieuwen staat.In de eerste jaren van zijn professoraat bleef hij in tal van degelijke wetenschappelijke tijdschriftartikelen voortdurend de aandacht vestigen op de grote schatten aan beschaving en geest, die het Tsjechische volk bezit, met het doel, het zelfbewustzijn van zijn volk op te wekken. In 1891 werd hij lid van den Boheemsen Landdag, in 1900 leider der Tsjechische Volkspartij en in 1907 lid van den Oostenrijksen Rijksraad.
Onmiddellijk na het uitbreken van den wereldoorlog begon Masaryk te werken aan zijn levensdoel: de afscheiding van Tsjecho-Slowakije van de OostenrijksHongaarse monarchie.
Hij ging eerst naar Italië, toen naar Genève, later naar Londen. Hier werd hij geholpen door zijn trouwen medewerker, den huidigen Tsjechischen President Benesj, die ten behoeve van de stichting ener onafhankelijke, Tsjechoslowakijse republiek naar het buitenland was gegaan.
In 1918 reisde hij naar de Verenigde Staten om ook met president Wilson overeenstemming te bereiken over de erkenning van den nieuw te stichten zelfstandigen staat.
Na de ineenstorting van de Donaumonarchie werd Thomas Masaryk, de eigenlijke grondvester van den nieuwen staat, op den I4en November 1918, door de Nationale vergadering eenstemmig verkozen tot president van de republiek Tsjecho-Slowakije en door de Mogendheden erkend.
Masaryk overleed in 1937, 87 jaar oud, en genoot om zijn nobele eigenschappen en grote geestelijke gaven de algemene sympathie in geheel Europa.