Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Marx

betekenis & definitie

Karl Marx (1818—1883) is een der voornaamste grondleggers van het hedendaagse socialisme. Hij was van Joodse afkomst en bracht zijn jeugd door in Trier.

Hij studeerde eerst in de rechtswetenschap en in de philosophie; na zijn promotie ging hij in de journalistiek. Hij ijverde voor vrijheid van drukpers en kwam door den radicalen toon zijner artikelen nog al eens in botsing met de regering.

In 1842 besluit hij naar Frankrijk te gaan. Te Parijs gaf hij de „Deutsch-Französische Jahrbücher” uit, welk tijdschrift echter slechts één nummer beleefde, en het zeer radicale blad Vorwärts. Toen ging hij naar Brussel, waar hij met Engels in 1848 het Communistische Manifest opstelde, onder het bekend motto: „Proletariërs van alle landen, verenigt U”, waarin hij zijn materialistische geschiedenisopvatting en een socialistisch program blootlegde.

Na de Februari-revolutie werd Marx dictator van het Geheime Verbond.In 1848 was Marx weer in Duitsland, doch hij werd er het volgend jaar verbannen, omdat hij opruiende artikelen had geschreven. Hij gaat dan eerst weer naar Parijs en verder naar Londen, waar hij bleef, vaak in benarde omstandigheden.

In 1864 bewerkte hij de oprichting van een internationalen arbeidersbond, die in 1866 tot de oprichting der „Eerste Internationale” leidde. Ook begon hij in dien tijd aan zijn standaard-werk „Das Kapital”, waarin hij de ontwikkeling van het kapitalisme behandelt. Het eerste deel van het boek is in 1867 verschenen; in 1897 gaf Engels het laatste deel uit. Marx en Engels zijn de eersten geweest, die aan de-tot hun tijd zo idealistische theorieën der socialisten een meer materialistischen grondslag hebben gegeven.

Volgens Marx moeten alle arbeiders samenwerken, om de overmacht te verkrijgen en een tijdelijke dictatuur te vestigen en om vervolgens den idealen staat te stichten. In dit opzicht is Marx dus volkomen revolutionnair.

In dien idealen toekomststaat zal niet meer de ene groep zich ten koste van de andere verrijken, zoals onder het huidige stelsel de kapitaalbezitters zouden doen. Iedereen zou loon ontvangen in verhouding tot zijn arbeid en de bedrijven en ondernemingen zouden in het bezit komen van de gemeenschap.

In verband hiermede willen wij nog wijzen op de z.g. meerwaarde-theorie van Marx en de volgens hem daaruit voortvloeiende gevolgen.

Marx leert, dat de grondstoffen door aanwending van arbeid tot product verwerkt worden. Het product heeft meer waarde dan de • grondstof, een vermeerdering, die er door arbeid aan is toegevoegd. Het verschil tussen het arbeidsloon en deze waarde-vermeerdering noemt Marx meerwaarde. Deze meerwaarde komt, volgens hem, uitsluitend aan de ondernemers ten goede, die daardoor hun kapitaal kunnen uitbreiden met hetgeen zij hun arbeiders onthielden.

Door deze uitbreiding van kapitaal, worden de grote ondernemers steeds groter, terwijl de kleine ten onder gaan. Het aantal rijken krimpt in, maar de overblijvenden worden steeds rijker. Er komen meer armen.

Dit heeft tengevolge, dat er minder gekocht wordt of, anders gezegd, de koopkracht daalt, er komt een te veel aan producten, een catastrophe volgt en de arbeider, die overbodig is, wordt ontslagen. Marx voorspelde een toenemend aantal crises van steeds ernstiger aard en op het einde de ineenstorting van het kapitalisme.

Marx heeft, aldus voorspellende, in menig opzicht mis getast en verscheidene van zijn theorieën bleken in de praktijk niet op te gaan. Zijn meerwaarde-theorie wordt nog maar door weinigen verdedigd. Dat de grote ondernemingen steeds groter zouden worden is in strijd met de feiten; grote bedrijven gaan te gronde, kleine bloeien op, ondernemingen bestaan in iederen omvang. En tegen de door hem als basis aanvaarde klassenstrijd-theorie is niet minder oppositie.

Marx, die zelf buiten het praktische leven stond, vergat wel eens, dat het maatschappelijk leven te samengesteld en te ingewikkeld is, om van achter de schrijftafel overzien te kunnen worden.

In Rusland heeft het Marxisme den meesten aanhang gevonden; in andere landen hebben de socialisten andere richtlijnen voor hun streven aanvaard.

Het communisme heeft lang vastgehouden aan het zuivere Marxisme, hoewel het evenmin de werkelijkheid buiten spel kon laten.

De Scandinavische, Engelse, Nederlandse en Belgische socialisten staan meer op reformistischen grondslag dan op Marxistischen; m.a.w. zij wensen verbetering door den bestaanden toestand geleidelijk in hun richting te hervormen.

< >