Een der oudste snaarinstrumenten is de luit. Reeds zeer. oude Egyptische gedenktekenen vertonen afbeeldingen van dit zo geliefde instrument; in het Oude Testament van den Bijbel wordt het herhaaldelijk genoemd en ook in Noord-West-Indië was het in ieder geval reeds in de eerste eeuwen na Christus’ geboorte bekend.
De Perzen en Arabieren bespeelden haar eveneens al sinds onheuglijke tijden, De laatster: noemden het „al Oed” en zij brachten de luit via Spanje en Zuid-Italië in WestEuropa, ook in de Nederlanden. Van de 15e tot de 17e eeuw nam zij in het gezinsleven in die landen dezelfde plaats in als tegenwoordig de piano.
Bekwaamheid in het luitspel behoorde in die dagen hij een goede opvoeding. De luit werd hoofdzakelijk gebruikt ter begeleiding van den zang, doch zij was, vóór de viool de opperheerschappij verwierf, ook over het geheel het voornaamste instrument.
Oorspronkelijk had het instrument vier of vijf darmsnaren, de moderne luiten hebben er meer. . Vooral bij de gezongen voordracht van oude liederen en balladen worden de strophen door de zangerige accoorden van de luit, die met de hand wordt betokkeld, welluidend begeleid.