(ik worstel en kom boven) is de Latijnse zinspreuk, die onder het wapen van Zeeland staat. Het is dus wel een zeer typerende en toepasselijke spreuk voor onze waterrijkste provincie.
Vroeger vooral leefden de Zeeuwen bij de genade van de zee. De ene helft van de bevolking bevoer de wateren als visser of als koopvaarder; de andere bebouwde het voortdurend door de zee bedreigde, maar ook voor een deel op haar veroverde land.Het was toen worstelen of ondergaan en zo is het eigenlijk nog. Toch is tegenwoordig de zee door den vooruitgang van de techniek niet zo gevreesd als vroeger, of juister gezegd, men weet de gevaren beter te voorkomen.