Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Krabben

betekenis & definitie

zijn een veel voorkomend soort schaaldieren, die je allen wel eens op het strand hebt zien lopen. Ze kunnen je bij het baden in zee lelijk verschrikken door plotseling hun scharen in je groten teen te zetten.

Want net als de kreeften hebben ook de krabben scharen. Ze zijn dan ook aan de kreeften verwant en worden ook wel kortstaartige kreeften genoemd.

Bekijk je een krab van boven, dan lijkt het net, of zij enkel bestaat uit het schild van het kopborststuk, waaruit aan de voorzijde de ogen en verder de scharen en de poten te voorschijn komen.De krab ondergaat evenals de kikvors een gedaanteverwisseling. Uit de eieren komen larven te voorschijn, die grote stekels op rug en voorhoofd dragen. Eerst na tal van vervellingen kan men de krab in haar gewonen vorm bewonderen.
In ons land komen verschillende soorten van krabben voor, van welke de strandkrab wel de bekendste is. Verder kennen we de zwemkrab, de zeespin en de zeekrab.
Een griezelig soort krab, die in Amerika en West-Indië voorkomt, is de landkrab. Zij is bloedrood met gele vlekken en zo groot als een hand.
Je weet, dat de zeeman vanouds den naam van deze monsterachtige krab gebruikt als scheldwoord voor hen, die de zeeën niet bevaren.
Een bizonder ongenoegelijk soort krab, waarvan wij tegenwoordig nog al eens horen spreken, is de wolhandkrab.
Dit door de vissers zeer gevreesde dier dankt haar naam aan de sterk behaarde scharen, die vooral bij het mannetje zeer in het oog vallen. De afmetingen, 8 à 9 c.M., zijn voor een krab vrij aanzienlijk, vooral als men zich de lange, spinachtige poten er bij denkt.
Dit ongedierte, uit China afkomstig, werd voor het eerst in Europa in 1923 in de Elbe aangetroffen en, daar het zich snel vermenigvuldigt, vindt men het nu in geheel Noord-Duitsland en aangrenzende landen. Overdag verbergt het dier zich in het zand of achter stenen, ’s nachts gaat het op roof uit. Soms staat deze krab uren lang in ondiep water, loodrecht, met het voorste deel onder water. Door het onderste deel stroomt het water in de kieuwholten en wordt er van boven regelmatig uitgespoten.
Het dier is ongelooflijk taai: een visser bewaarde er twee in een doosje, zonder water, waar ze vijf maanden in leven bleven. Warmte en koude, zout en zoet water, om ’t even; de krab verdraagt alles. Zelfs begraven in de aarde overleeft het dier.
Het gevaar van de wolhandkrab ligt hierin, dat zij letterlijk alles eet, het liefst echter weekdieren. Zij breekt de schalen open en haalt de mosselen enz. er uit. Verder wormen, kleine kreeften, insecten, larven, planten, alles. Vis, ook als zij die te pakken kan krijgen, maar geen kuit, omdat zij die niet grijpen kan.
Raken zij in een net verward, dan bijten zij zich los en laten grote gaten in het net achter. Om deze reden alleen reeds zijn zij bij de vissers niet gaarne gezien. Verder eten zij door hun vraatzucht den vissen het voedsel voor den neus weg, zodat deze broodmager worden en verkommeren. Deze krab begint ook in ons land meer en meer door te dringen, al valt tot dusver de gevreesde schade zeer mee.
In hun vaderland, in China, worden deze krabben gaarne gegeten, bijv. gekookt met gember en azijn. Ook worden zij in den herfst ingezouten en ’s winters... rauw gegeten.

< >