Wat is de betekenis van scharen?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

scharen

1) (1990+) (lesbische koppels) de schaarhouding* aannemen. • De 'schaar' is ook een standje dat lesbische meisjes kunnen doen. Jullie houden dan allebei je benen gespreid en duwen jullie vulva's tegen elkaar aan, zodat jullie clitoris wordt gestimuleerd. Dit wordt ook wel 'tribadisme' of 'scharen' genoemd. (www.allesoverseks.be) • 'Ik we...

2024-04-28
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

scharen

Ceremoniële schaar, mogelijk verguld en voorzien van religieuze voorstellingen. In vrouwenkloosters gebruikt bij de inkleding om een lok af te knippen, in mannenkloosters bij de kruinschering. (Religieus Erfgoedthesaurus)

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

scharen

scharen - regelmatig werkwoord uitspraak: scha-ren 1. er in een kring omheen gaan staan ♢ wij schaarden ons om het slachtoffer 2. verklaren dat je het ermee eens bent ♢ wij schaarden ons achter...

2024-04-28
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

scharen

(onov ww; schaarde; h. geschaard) SP - uit steun of zwaai of tijdens sprong kruisen van de benen (als de benen van een schaar), al dan niet met draaiing om een lichaamsas.

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Scharen

v., skare.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Scharen

(schaarde, heeft geschaard), bij elkaar —, tot een geheel —, op regelmatige wijze opstellen, rangschikken, ordenen: een leger in slagorde scharen; allen stonden geschaard, in orde achter of naast elkaar geplaatst; — zich om het vuur scharen, in zekere orde daaromheen gaan zitten; — zich om een...

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

scharen

I. schaarde, h. geschaard (bij elkander opstellen, tot een geheel opstellen, op regelmatige wijze opstellen, rangschikken, dikwijls refl.;rangschikken), een leger in slagorde scharen; ik schaar mij aan uw zijde; de gasten schaarden zich om de dis; van hetzelfde grondwoord als scharen II. II. schaarde, h. geschaard (van land: ieder gerechtigde zijn...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

scharen

('scha:rən) (schaarde, heeft geschaard) 1. bij elkander, tot een geheel opstellen, ordenen, rangschikken: een strijdmacht in slagorde -; zich om, rond iemand of iets -, om te verdedigen of te beschermen of iemand iets als middelpunt nemen; zich bij, naast, onder iemand, diens standpunt tot het zijne maken. ➝ banier, vaandel. 2. ieder gerechti...