Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Katten

betekenis & definitie

Evenals met Bello, Hector en Fidel heeft de mens ook met het vriendelijk mauwende Minetje of den dikken statigen Felix vriendschapsbanden aangeknoopt, die de eeuwen door hebben stand gehouden. Maar als huisdier is er tussen hond en kat nogal enig verschil.

Terwijl de hond langzamerhand zo met zijn baas of vrouw samengroeit, dat hij zonder de sfeer van dien mens-waar-hij-bij-hoort haast niet meer te denken is en ook meermalen wegkwijnt, is de kat veel zelfstandiger gebleven. Ze wordt wel erg graag aangehaald en gestreeld, ze kan heel zoetjes kopjes geven en langs je benen strijken in de hoop te worden opgenomen, ze snort als een spinnewiel, zodra ze op een warmen schoot terecht komt, maar toch... er is in de houding van de kat tegenover baas of vrouw veel meer eigenbelang dan aanhankelijkheid.

Echte genegenheid voor de mensen, zoals die bij den hond soms zo ontroerend tot uiting komt, kent ze maar zelden. Ze heeft het schoteltje melk, het visgeraamte, de bokkingkop hartelijk lief en likt daarom met haar rasperig tongetje graag de handen, die haar deze heerlijkheden brengen.

Ze houdt van behagelijkheid en warmte en nestelt zich dus graag in het holletje van een schoot of arm, zonder al te tedere gevoelens jegens de persoon, die als veilige schuilplaats fungeert.De kat is ook nog veel meer roofdier dan de hond, die zich vrijwel geheel bij het leven der mensen heeft aangepast. Een hond moet speciaal voor de jacht worden afgericht, en brengt dan het wild bij zijn baas, maar wie heeft nog ooit een kat geleerd geen vogeltjes op te peuzelen of een muisje te apporteren? Niemand. Het is onmogelijk het felle jachtinstinct te overwinnen, dat in alle katten, en ook in de allerschattigste kleine poesjes, die zo verrukkelijk lief met een kluwen of klosje kunnen spelen, leeft.
Toch hebben heel wat katten zich in zoverre bij de mensen aangepast, dat ze even als de hond, allerlei kunstjes kunnen leren, zij het niet in die mate. Ik ken een dikken, ontzaglijk statigen kater, die Tobias heet en die, wanneer hij aan tafel op de zijleuning van zijn vrouws stoel zit, geen poot zal uitsteken naar het stukje vlees, dat voor hem wordt neergelegd. Hij pinkoogt ernaar, maar laat het stil liggen. Eerst wanneer hij op verzoek van de vrouw driemaal zijn witte bef heeft gelikt en een poot heeft gegeven, mag hij het vlees pakken en dan verorbert hij het na deze beproeving met ware roofdierwoede.
Hoe een kat eruit ziet en hoeveel tanden en kiezen ze heeft, hebben jullie op school reeds geleerd. Je weet ook, dat in donker alle katjes grauw zijn, maar dat men bij helder daglicht verschillende soorten kan onderscheiden.
Van onze gewone huiskat, die niet, zoals nog wel eens gedacht wordt, van de wilde kat, maar van de Nubische afstamt, zijn zeer verschillende rassen bekend, waarvan je op de plaat een aantal kunt zien. We noemen o.a. de Cyprische katten, de Spaanse, de Kartuizer en Angorakatten, enz. De wilde kat is nog een heel ander roofdier dan de wildste van onze huiskatten, als we haar een paar dagen hebben opgesloten. Je kunt haar in Europa tegenkomen overal, waar dichte bergwouden zijn, en voornamelijk in de Karpathen. De kater is enigszins roestkleurig, de kat meer asgrauw. De wilde kat kan wel 70 tot 80 c.M. lang worden, en haar staart wel 30 c.M. Ze kruipt overdag, om zich te verschuilen, bij voorkeur in holle bomen, rotskloven en lege vossenholen. Ook ligt ze graag op de loer in hoge bomen, ’s Nachts gaat ze op roof uit. De wilde kattenmoeder beschermt haar jongen met waren heldenmoed. Ze leven van muizen, konijnen, vogels, enz.

< >