ontroerend
ontroerend - Bijvoeglijk naamwoord 1. aandoenlijk, aangrijpend ontroerend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanontroeren
Wiktionary (2019)
ontroerend - Bijvoeglijk naamwoord 1. aandoenlijk, aangrijpend ontroerend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanontroeren
Muiswerk Educatief (2017)
ontroerend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ont-roe-rend 1. wat gevoelens oproept ♢ het toneelstuk was erg ontroerend Bijvoeglijk naamwoord: ont-roe-rend ... is ontroerender dan ... he...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: