Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Java

betekenis & definitie

Het eiland Java is het belangrijkste deel van onze overzeese bezittingen. Met de aardrijkskunde van dit eiland zullen we jullie niet te zeer vermoeien, die leer je op school wel.

Hier volgen slechts enige bijzonderheden, die je mogelijk wel zullen interesseren. (Zie ook: Boroboedoer).Na de Molukken is het Java, waar de Verenigde Oost-Indische Compagnie het eerst vasten voet gekregen heeft, — we vertelden daar al het een en ander over in de artikelen Coen, Batavia en Jacatra. Terwijl de bevolking van Insulinde toen op een vrij hoog peil van beschaving stond, was dit speciaal op Java het geval. Door zijn ligging tussen Azië en Australië is het een belangrijk deel van de brug geweest, waarover alle volkeren vanuit Azië naar Australië en Oostelijk van Java gelegen eilanden zijn getrokken. Ook met China heeft het al heel vroeg in verbinding gestaan en de beide oude beschavingscentra: Achter-Indië en China hebben niet nagelaten hun invloed op Java uit te oefenen.
Vanuit Voor- en Achter-Indië zijn de Hindoes naar Java gekomen, vandaar uit heeft later het Boeddhisme zich over den Archipel verbreid en ook den Islam hebben Indische kooplui naar Java gebracht.
Maar niet alleen door godsdienstige en beschavingsbanden was Java in de tijden vóór de komst der Verenigde Oost-Indische Compagnie aan Indië gebonden.
Een tijd lang werd Java geregeerd door vorstenhuizen, die uit Achter-Indië afkomstig waren. Bij de komst van de O.I.C. was die band echter reeds losser. Er bestonden twee grote rijken op Java: Bantam en Mataram.
Bantam is verdwenen en Mataram is uiteengevallen.
Juist door het hoge beschavingsniveau, waarop de Javanen stonden, ging de kolonisatie niet zo gemakkelijk. Je begrijpt toch ook wel, dat het veel eenvoudiger is een volk, dat nog op een zeer primitieven trap van-ontwikkeling staat, te onderwerpen dan een ontwikkeld volk, al is die ontwikkeling dan ook heel anders dan de onze.
In de eerste tijden van de O.I.C. heeft men zich dan ook beperkt tot het sluiten van verdragen met inlandse vorsten, om verzekerd te zijn van de levering van bepaalde producten, maar na de Franse revolutie, toen de bezittingen van de O.I.C. staatsbezit Werden, is Java werkelijk onder Nederlands bestuur gebracht en lang niet altijd met zachte middelen.
Over het geheel begrepen vele Javanen niet, waarom zij een deel van hun gronden gratis voor het Gouvernement moesten bebouwen (cultuurstelsel), waarom zij grondbelasting moesten betalen, waarom de eigen vorsten afgezet werden en vervangen door Europese bestuurders. Velen vonden het een grove onbillijkheid en verzet bleef dan ook niet uit.
Douwes Dekker, de schrijver van de Max Havelaar, van wien jullie natuurlijk allen wel eens gehoord hebt, is een der eersten geweest, die er op gewezen heeft, hoeveel fouten er in ons kolonisatiestelsel waren en sedert dien is er veel verbeterd, is het cultuurstelsel afgeschaft en hebben de Javanen ook een adviserende stem in de regering gekregen.
Ook doordat wij met den tijd zijn meegegaan, hebben wij bewezen in elk opzicht een van de best koloniserende mogendheden van de aarde te zijn. We hebben getoond belang in de volken te stellen, we trachten hen te begrijpen, de ambtenaren leren hun taal en trachten zich in te leven in hun godsdienstige opvattingen. Dat is bij andere koloniserende volkeren lang niet zo algemeen het geval, als bij ons.
Tegenwoordig achten enkelen der meest ontwikkelde Javanen zich zeer goed in staat hun land geheel zelf te besturen. Hoewel deze opvatting van uit hun standpunt wel te begrijpen is, acht men het zeer twijfelachtig, of ze er werkelijk toe in staat zouden zijn en men meent vermoedelijk terecht, dat zij direct de prooi zouden worden van een andere mogendheid.
Het grootste deel van de Nederlanders, die naar Indië trekken, gaat naar Java. Daar toch zijn de meeste directiekantoren, de meeste steden, de meeste ambtenaren en een zeer groot aantal ondernemingen.
Natuurlijk denk je direct, als we over Java spreken, aan de hitte, die daar heerst. Gelukkig is het klimaat echter niet overal op het grote eiland zo heet. Batavia, Semarang en Soerabaya zijn berucht om hun hoge temperaturen, maar elders is het al veel beter, zodra je maar wat hoger kunt komen; en als je familie of kennissen hebt, die werkzaam zijn in de kina of de thee b.v., dan zullen die je kunnen vertellen, dat de temperatuur bij hen lang niet kwaad is; dat ze soms zelfs ’s nachts wel eens een deken nodig hebben. Als je echter later werkzaam zou willen zijn in de tabak of suikercultures, dan moet je goed tegen de warmte kunnen, want deze cultures kunnen alleen in de laagvlakten uitgeoefend worden en daar is de temperatuur natuurlijk veel hoger dan in de bergen.
Op Java vinden we vele overblijfselen van de oude beschaving. Hoe verder men naar het centrum komt des te meer; in Midden-Java is de Islam niet tot het eigenlijke wezen der bevolking doorgedrongen, daar is de oude kunst dus behouden gebleven. Van het grootste Boeddhistische kunstwerk, de Boroboedoer, vertelde ik jullie reeds. Aan de hoven van Solo en Djocja worden de oude Javaanse tradities en kunst nog in hoge ere gehouden. „Gelukkig!” — kunnen we gerust zeggen. Vooral hier beoefent men nog het batikken en ikatten; over beide kunsten vertelden wij reeds; de koper- en goudbewerking en het snijden van wajangpoppen staan op hoog peil. Hier worden, evenals trouwens elders op Java, nog vele wajangvoorstellingen gegeven met vreemd klinkende gamelangmuziek (zie: Gamelang). Zo’n wajangvoorstelling duurt soms den gehelen nacht, ja soms wel enkele dagen achtereen, denk je daar eens in. Maar het is beter, dat we jullie daar onder Wajang meer over vertellen.
Een ander zeer geliefkoosd vermaak van de Javanen zijn de hanengevechten, waarop ook de Balinezen dol zijn. Wie van jullie de prachtige film: „Bali, het eiland der Goden” heeft gezien, zal zich het hanengevecht stellig nog herinneren.
Zachtzinnig is deze gewoonte niet. En tot navolging hier zullen wij zeker niet aansporen. Doch bij deze, altijd meer primitieve mensen zijn die hanengevechten belangrijke gebeurtenissen. Maandenlang worden de vechthanen opgefokt, met het lekkerste en beste graan gevoed en als dan de dag van den strijd aangebroken is, gaat de trotse eigenaar met zijn dier naar de kampplaats. Maar niet zeer openlijk, want hanengevechten zijn op Java verboden. Weddenschappen worden afgesloten, grote opwinding heerst onder de kijkers. Een vlijmscherp mesje wordt nu aan de sporen van de hanen gebonden. Men hitst de dieren tegen elkander op en dan begint de strijd. Tenslotte weet een der dieren het andere zo te raken, dat dit nog enige passen voortstrompelt en dood neervalt. Verslagen verlaat de eigenaar van het gedode dier de kampplaats, voor niets was al zijn moeite, veel geld heeft hij verloren met zijn weddenschap. De overwinnaar wordt door zijn van vreugde stralenden eigenaar weer opgeborgen, het geluk was hem gunstig. Veel geld viel hem ten deel.
En zoals de ouden zongen, piepen de jongen! De kinderen bootsen de ouders na en laten krekels tegen elkander vechten!
Nu tenslotte nog iets over de karaktereigenschappen van de Javanen. Bijna nooit zijn ze opgewonden of luidruchtig, zoals Europeanen dat kunnen zijn. Ze blijven bedaard, verbergen hun gevoeligheid achter een masker van onverschilligheid. Anders wordt het, wanneer ze zich in hun eer aangetast voelen. Velen staan dan niet voor een moord, niets kan hen dan meer tegenhouden, hun slachtoffer, blank of bruin, rijk of arm, zal vallen, ook al kost het tevens hun eigen leven.
Verder is een Javaan spoedig tevreden, als hij maar genoeg heeft voor zijn natje en zijn droogje en af en toe eens een feestje kan bijwonen. Waarom een Europeaan zich zo druk maakt, om steeds meer te verdienen, is hem veelal een raadsel.
De taal-etiquette is op Java heel lastig. Men spreekt volgens den hormat: gewoon tegen den gewonen man, d.i. dus laag-Javaans en dan beleefder of heel erg beleefd tegen deftige Javanen in het hoog-Javaans.
Ziezo, nu heb ik jullie een paar kleinigheden verteld van het vele, dat er te verhalen is over ons Java.