Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Islam

betekenis & definitie

Islam is een Arabisch woord, dat overgave en onderwerping betekent. Met dit woord bedoelt men den Mohammedaansen godsdienst, waarover we jullie hier wat zullen vertellen.

Van de grote wereldgodsdiensten is de Islam verreweg de jongste, ze is pas ontstaan in de 7de eeuw na Christus.
De bakermat van den Islam is Arabië. Dit was in de 7de eeuw een land, dat niet een algemenen vorst kende. Er leefden trotse nomadenstammen, wier hoofden sheiks genoemd werden. In dien ouden tijd ging de handelsweg van Indië naar Europa over Arabië. In Aden werden de goederen uit de schepen op kamelen geladen en naar de havens van Sinaï en Palestina gevoerd. Door dit contact met de buitenwereld en doordat in Arabië veel Joodse gemeenten waren en veel Christenen waren gekomen, leerden de Arabieren de oude godsdiensten kennen: Het Jodendom en het Christendom.
Wat men den Arabischen godsdienst zou kunnen noemen, was tot ongeveer 700 vol bijgeloof; vooral de verering van grote stenen, van „djins”, nam daarbij een voorname plaats in. Die stenen werden echter niet door alle Arabieren vereerd, maar elke groep had weer eigen „djins”, het waren dus practisch stamgoden.
Maar onder al die stenen muntte er één uit, de Kaaba, die te Mekka lag, een grote bruine bazaltsteen. De Bedouïnenstam der Koreisjieten, die in de omgeving der Kaaba woonde, waren zijn bewakers. Om dien steen was een zeer eenvoudige tempel gebouwd, dien we ook Kaaba noemen, en merkwaardigerwijze vinden we in dien tempel beelden van de maagd Maria en andere figuren uit den Christelijken godsdienst. Joden en Christenen hebben dus invloed gehad op het heiligdom en dit is mogelijk geweest, omdat die oude Arabieren buitengewoon verdraagzaam waren.
De grote ontwikkeling, die vele Arabieren al spoedig kregen en die vooral te danken was aan den handel, maakte, dat velen onder hen al spoedig niet meer geloofden in die „djins”. Toch konden ze om verschillende redenen het Jodendom ook niet aanvaarden en evenmin het Christendom.
In die tijden leefde Mohammed. Hij was te Mekka geboren en zijn ouders waren de beheerders van de beroemde Zen-zen-bron, die bij de Kaäba ontspringt. De jongen verloor al heel vroeg zijn ouders en raakte daardoor in armelijke omstandigheden. Hij werd herder en terwijl hij met zijn kudde rondzwierf, peinsde hij vaak en veel over het doel en streven van den mens. Hij kon zelf het geloof in de Heilige Stenen ook moeilijk meer aanvaarden, maar evenmin voelde hij veel voor het Christendom.
Toen Mohammed vier en twintig jaar oud was, trad hij in dienst van Chadidja, een rijke weduwe, die hem tot haar handelsagent maakte en die later zijn vrouw werd. Met de karavanen trok Mohammed nu naar Syrië en Egypte en ook naar Palestina. Deze tochten hebben veel tot zijn ontwikkeling bijgedragen.
Onwillekeurig had hij buitengewoon veel opgenomen van wat hij gezien en ondervonden had en toen hij dan ook in later jaren zijn prediking begon, waren er in de leer, die hij ontwikkelde, stellig veel Christelijke en Joodse elementen. Toch is de Islam een zelfstandige godsdienst en mag Mohammed terecht worden beschouwd als de stichter van een der wereldgodsdiensten.
Mohammed heeft nooit kunnen lezen en schrijven, den Koran heeft hij dus niet geschreven: hij heeft alleen verkondigd, wat hij in zijn geest verwerkt had.
Meer dan twaalf jaar lang predikte Mohammed te Mekka, echter met zeer gering succes. De Koreisjieten voelden niets voor zijn leer, die toch de Kaäba zijn betekenis en den Koreisjieten hun invloed zou doen verliezen. Mohammeds beweging zou dan ook zeer waarschijnlijk verlopen zijn, als de toestand in het nabij gelegen Medina, waar Joden en Arabieren elkander bestreden, niet zo gunstig voor hem was geweest. De Arabieren hadden daar een leider nodig en vonden dezen in Mohammed. Waarom ze juist Mohammed uitkozen? Wel, de Joden geloofden, dat de Messias zou komen: een vorst, die een groot wereldrijk zou stichten en alle volken aan de Joden zou onderwerpen. Toen kwamen de Arabieren op het idee, eerder een Messias te hebben dan de Joden en daarom droegen ze Mohammed het wereldlijk en geestelijk gezag te Medina op.
Werkelijk slaagden zij er toen in, den Joden een nederlaag toe te brengen en nu was Mohammeds macht voor goed gevestigd.
Toen Mohammed uit Mekka naar Medina wilde trekken, hadden de Koreisjieten hem vast trachten te houden uit vrees hun macht te verliezen, als Mohammeds leer in Medina ingang vond. Mohammed had echter weten te vluchten en in dit jaar 622 v. Chr. begint de Islamietische jaartelling.
De hoofdpunten van Mohammeds leer zijn de volgende.
Er is maar één God, die zulk een almacht heeft, dat al het andere naast hem moet verdwijnen. Geesten kunnen er dus niet bestaan. De mens staat zeer ver van de Godheid af, is er als het ware door een kloof van gescheiden.
Er bestaat een hel, die zeer schrikwekkend wordt beschreven, ’t Allerergste, wat de mens kan doen, is naast de Godheid nog iets anders te vereren.
Er is een hemel, waar het leven zeer heerlijk is en er is ook een oordeelsdag.
Mohammed had naast vrees voor God ook dank en liefde voor Hem willen leren, maar daarin is hij eigenlijk niet geslaagd.
Wel heeft hij op sociaal gebied, in het slavenwezen en huwelijksleven, hervormingen kunnen invoeren.
Helaas hebben zijn aanhangers hem niet geheel juist begrepen en hebben ze uit hetgeen hij leerde het fatalisme te veel op den voorgrond gesteld.
Onder fatalisme verstaat men het geloof, dat het gehele mensenleven van te voren door de Godheid bepaald is en dat de mens zelf aan zijn lot niets meer kan veranderen. Een gevolg van dit eigenaardige godsbegrip is, dat de Islamieten angst voor Allah kregen, zich in hun moeilijkheden niet tot hem wendden maar tot hun talloze heiligen. Die heiligen, welke in groten getale bestaan, werden zijn dagelijkse helpers.
Mohammed heeft deze opvatting zijner leer, waar hij zich vermoedelijk tegen gekeerd zou hebben, niet meer beleefd. In plaats van met den énen God bemoeiden zich de Islamieten vooral met de vele heiligen, die met grote macht en kracht bezield zouden zijn.
In Medina heeft Mohammed zijn eersten eredienst ingericht; daar bouwde hij de eerste moskee, waarin Allah vereerd zou worden.
Hij verplichtte de mannen vijf maal daags gedurende een minuut te bidden.
Waar de Christenen den Zondag, de Joden den Zaterdag als voornaamsten dag hadden, koos hij voor den Islam den Vrijdag.
Verder stelde hij een vastenmaand in, waarbij het vasten heel wat strenger is dan bij de Christenen en Joden.
Zoals je allen wel zult weten, moet de Islamiet tijdens het bidden het gezicht naar Mekka gekeerd hebben; zo werd deze oude stad weer ’t centrum van den Islam. Dit was eigenlijk te betreuren, want natuurlijk beschouwden velen nu weer de Kaaba als het middelpunt van het geloof.
Het gebedsuur wordt aangekondigd door de muezzin (kerkelijke omroepers) van de slanke minarets der moskeeën. Die minarets en moskeeën zijn de symbolen van den Islam over heel het gebied, waar de Mohammedanen leven.
Typisch is het, dat Mohammed de Joden en Christenen steeds als vrienden heeft beschouwd; veel heeft hij van hen geleerd en overgenomen en Jezus is door Mohammed ten zeerste vereerd. Heel lang heeft hij de hoop gekoesterd Mohammedanen, Christenen en Joden te verenigen.
Jeruzalem maakte hij tot tweede godsdienstige hoofdstad van zijn gebied en nu begrijpen jullie ook, waarom Christenen en Islamieten in vroeger eeuwen zo verwoed om het bezit van deze stad, die voor beiden heilig was, hebben gevochten.
Mohammed stierf op 63-jarigen leeftijd, nadat hij elf jaar te Medina geregeerd had. Heel Arabië kwam in opstand, maar zijn opvolgers wisten de macht te behouden. Toch ontstonden enige tientallen jaren later vele twisten. Het grote Mohammedaanse rijk viel uiteen. We vertellen daar nog wel iets van onder kalifaat.
Verder kun je over dit merkwaardige geloof nog iets lezen onder Hadj, Kaaba, Moskee (Muezzin) en Koran.