Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Ijstijd

betekenis & definitie

Er was eens... zo begint eigenlijk een sprookje. En als wij nu ook dit artikeltje beginnen met: er was eens, leidt dat een verhaal in, dat nog wonderlijker is dan menig sprookje.

Vroeger was een groot deel van de aarde bedekt met een laag ijs van afwisselende dikte, van vele honderden tot misschien enkele meters dikte. Grote ijskappen bedekten Noord- en Midden-Europa, Azië en Noord-Amerika, zodat ook ons land er geheel mee bedekt was.

Den tijd, waarin dit plaats vond, noemt men het diluvium, een tijdsruimte, die bij zeer uiteenlopende schattingen toch zeker wel een duur van 100.000 tot 500.000 jaar overspant, waarin het ijs zich nu weer eens terugtrok, dan weer opnieuw kwam opzetten, zodat volgens sommige geleerden van 3 tot 6 ijstijden zijn te onderscheiden. Ook echter binnen de periode van één ijstijd hadden grote schommelingen plaats, waarvan de sporen b.v. in ons land bijzonder sterk zijn waar te nemen.

Ons land toch vormde vrijwel de uiterste punt van het landijs en uit de afzettingen der gletschers en gletscherrivieren is veel wetenswaardigs tot ons gekomen.De enige bron van deze geweldige ijsmassa vormde het water der oceanen en zo behoeft het niet te verwonderen, dat het peil daarvan ca. 70 meter lager moet worden aangenomen dan thans het geval is, zodat b.v. Noord- en Oostzee in dien tijd droog kwamen. Grote hoeveelheden materiaal (zand — stenen) werden door het ijs aangevoerd en dikke lagen klei door de gletscher-rivieren afgezet. Waar de ijskap erg dik werd, daalde het land onder het enorme gewicht en de landen er om heen werden omhoog gestuwd en evenzo rees de bodem bij het verdwijnen van het ijs weer op en daalden andere stuwgebieden. Zo verklaart men nog allerlei geologische verschijnselen, die tot in onzen tijd doorwerken.
Wat de oorzaak der ijstijden is geweest, laat zich moeilijk precies vaststellen. Wel is het zeker, dat in het hoge Noorden (b.v. in Siberië en op Groenland) eenmaal de temperatuur veel hoger is geweest dan nu. Denk maar eens aan de steenkoolvorming daar, die op weelderigen boomgroei wijst. Sommigen menen, dat de zon tijdelijk aan warmte verloor, of wel dat ons zonnestelsel door bijzonder koude gedeelten van het heelal werd gevoerd; anderen menen, dat geologische processen op de aarde zelf daarvan de oorzaak zijn als bergtevorming of verschuiving van de grote continenten. Ook neemt men wel aan, dat de polen der aarde verschoven zijn, maar zeker is wel, dat één dezer factoren of waarschijnlijker een samenvallen van enkele dezer tot gevolg hebben gehad het ontzaggelijk belangrijke en grote gebieden omvattende verschijnsel, dat wij ijstijd noemen.
Nu tussen 8 en 12.000 jaar geleden begon het ijs zich voor de laatste maal terug te trekken en velen menen goede gronden te hebben voor de opvatting, dat aan deze periode nog geen einde is gekomen en de gletschers op de bergen van Europa en de ijskap in de Poolstreken nog steeds afnemen.