Een heistelling zal voor den Nederlander, wiens wieg op drassigen bodem heeft gestaan, wel de genoegelijkste en gezelligste en huiselijkste machine zijn, die hij zich uit zijn jeugd herinnert. Eerst dat pufferige locomobieltje —het blok omhoog—, dan een beweging — en plotseling een lawaai en een krachtsontwikkeling van het neervallende heiblok, die voldeden aan onze hoogste eisen op dit gebied.
En vooral indien de paal er zo lekker inging, had je het gevoel van een prachtig bereikt resultaat. Later, nu er zoveel machines op de straat te zien zijn — is niet elke auto een wondermachine? — heeft het pufferige heistellinkje lang niet meer de betekenis van vroeger.
Maar ze mist toch wat in Groningen — die jeugd —, waar niet geheid wordt en de jongens dus ook de prachtherinneringen niet kunnen hebben, welke wij uit Amsterdam en Rotterdam en Dordt enz. hebben.Inderdaad — het is een nationaal schouwspel. Is Amsterdam niet gebouwd op palen en was dat vroeger niet voor eiken vreemdeling een mysterie? Ja — heeft men te Amsterdam bij den bouw van het Centraalstation niet het genoegen kunnen smaken, dat een zo’n lange paal er met één slag helemaal in ging — een genoegen, wel te verstaan, voor de toeschouwende jeugd, niet voor de ingenieurs'
Misschien heb je wel eens gehoord van het oude spoorwegviaduct bij het Centraalstation te Amsterdam, dat al maar verder zakte en ten slotte met geweldige kosten beter moest worden gegrondvest — omdat het niet voldoende onderheid was.
Inderdaad, zonder heien gaat het bouwen niet in den slappen bodem van een deel van ons land. De huizen moeten op palen staan. Maar dan staan ze ook stevig en dan hebben wij houvast aan dit plekje grond, ontwoekerd aan de baren.
Het enige nieuwe bij het heien is, dat men tegenwoordig met betonnen palen kan zien heien. Het is mooi — maar toch, zó echt, zó natuurlijk, zó sappig als vroeger gaat dat niet!