Deze Oceaan is verreweg de grootste van de zeeën der wereld. Zoals ik jullie al bij „Diepzee” vertelde, vinden we aan de randen van dien Oceaan, de Stille Zuidzee, vele diepe troggen.
Hoe men aan den naam Zuidzee komt? — vragen jullie. Wel, een van de leiders van een ontdekkingsreis door Amerika landde in Midden-Amerika. Vergezeld van enige makkers trok hij het binnenland in en was niet weinig verbaasd, toen hij na enige dagen trekken weer een oceaan voor zich zag, die onmogelijk de Atlantische kon zijn. Hij zag deze zee in ’t Zuiden, want — kijk maar op jullie kaart — de Amerikaanse landengte loopt bijna West-Oost en op sommige plaatsen bepaald West-Oost, en, daar ’t mooi weer was, was de zee rustig; zo doopte hij haar Stille Zuidzee.
Stille Oceaan is een betere naam, maar de beste is toch eigenlijk Grote Oceaan.
Op de onderzeese ruggen, die door den Oceaan lopen, liggen enige eilanden, zoals het Paaseiland, 3400 K.M. ten Westen van Valparaiso, en de Galapagos-eilanden (1200 K.M. ten W. van Ecuador), maar naast die ruggen komen zeer diepe delen voor, zoals ik al zeide, b.v. de Philippijnentrog, die bijna 9800 M. diep is, de Marianen(2000 K.M. ten O. van de Philippijnen), de Aleoeten(ten W. van Alaska) en de Tonga-trog (ten Zuiden van Samoa), die ook heel diep zijn.
In dezen oceaan vinden we, evenals in de andere grote zeeën, krachtige zeestromingen. In hoofdzaak worden ze gevormd door twee grote kringstromen, één op het Noordelijk en een op het Zuidelijk halfrond. De eerste heeft een stroomrichting, die draait met de wijzers van een uurwerk mee, de Zuid-equatoriaal stroom en zijn voortzetting beweegt zich tegen de wijzers van een uurwerk in. Deze bewegingsrichting is een gevolg van de draaiing van de aarde.
De Grote Oceaan wordt veel minder druk bevaren dan de Atlantische- of Indische Oceaan; vroeger voer er bijna geen schip dwars over, maar tegenwoordig groeit de betekenis van den Groten Oceaan, ook in verband met de fenomenale ontwikkeling van Japan, met den dag.
Het is waarschijnlijk, dat in vroeger tijden, toen de verschillende volksstammen zich nog over de aarde verspreidden, Polynesiërs van hun eilanden uit naar Midden- en Zuid-Amerika zijn gevaren in grote boten met uitleggers — zie ook onder Kano.
